Het Interbellum paragraaf 1

3 Het Interbellum
1919-1939
Voor en na een wereldoorlog
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3 Het Interbellum
1919-1939
Voor en na een wereldoorlog

Slide 1 - Diapositive

samenvattingsvragen paragraaf 1
Paragraaf 1 
Met welke problemen kreeg Duitsland na de Eerste Wereldoorlog te maken. 
Welke hulp kreeg Duitsland na de Eerste Wereld oorlog? 
Wat waren oorzaken en gevolgen van de economische crisis vanaf 1929 ? 
 
 

Slide 2 - Diapositive

Duitsland in het Interbellum

Slide 3 - Carte mentale

Interbellum
  • Je hebt een interbellum =een tijd tussen 2 oorlogen
  • En je hebt het Interbellum: de tijd tussen WO I en WO II (1919-1939)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive


Reactie Duits volk op verdrag van Versailles



In Duitsland is grote onvrede. Duitland wordt een democratisch land en krijgt een nieuwe naam: De Republiek van Weimar. De democratische regering ondertekende het Verdrag van Versailles, het Duitse volk hierop woedend geworden! --> Dolkstootlegende.

Slide 6 - Diapositive

Duitsland na WO I 
  • Verlies van de oorlog komt hard aan --> Dolkstootlegende. 
  • Vrede van Versailles is slecht voor DU -->land kwijt, klein leger, geld betalen
  • Duitsland wordt een democratie--> werkt slecht, veel extreme partijen
  • Om de herstelbetalingen te kunnen betalen wordt er geld bij gedrukt.
  • Economisch gaat het slecht (uitzondering 1924-1929)

Slide 7 - Diapositive

Dolkstootlegende
De nieuwe linkse regering had wapenstilstand gesloten na WOI.
En daarmee soldaten verraden.

Slide 8 - Diapositive

Republiek van Weimar
  • Van 1918 -1933 heet DU  zo
  • Geen keizer, democratie
  • Niet populair
  • Veel gevechten op straat tussen communisten en de  nazi's (nat. socialisten)


Slide 9 - Diapositive

HYPERFLATIE
je geld is niets meer waard

Slide 10 - Diapositive

Het Interbellum is de periode
tussen … en ...
A
1919-1933
B
1919-1939
C
1900-1945
D
1900-1919

Slide 11 - Quiz

De dolkstootlegende houdt in dat
A
Duitsland geen wapens meer kon maken
B
Duitsland verraden is door haar regering
C
Duitsland een goede staalindustrie heeft
D
DU en Oost.-Hongarije bondgenoten zijn

Slide 12 - Quiz

Bij de Vrede van Versailles...
A
Kreeg Duitsland de schuld van WO I
B
Raakte Duitsland veel land kwijt
C
Mocht Duitsland nog een klein leger hebben
D
Alle drie de vorige antwoorden zijn goed

Slide 13 - Quiz

De Republiek van Weimar bestond tussen … en ...
A
1900-1939
B
1919-1939
C
1918-1933
D
1914-1918

Slide 14 - Quiz

Een republiek heeft
A
Geen regering
B
Geen president
C
Geen democratie
D
Geen koning/keizer

Slide 15 - Quiz

Tijdens de Republiek van Weimar was er veel strijd tussen...
A
de kapitalisten en de communisten
B
de republikeinen en de monarchisten
C
de Duitsers en de Fransen
D
de communisten en de nationaal-socialisten

Slide 16 - Quiz

Inflatie betekent...
A
Dat je geld minder waard wordt
B
Dat je geld meer waard wordt
C
Dat je minder kunt kopen voor je geld
D
Dat je minder verdient

Slide 17 - Quiz


Duitsland 
1924-1929


Gaat economisch goed met Duitsland. NSDAP blijft daardoor klein. Komt door het Dawesplan.




Slide 18 - Diapositive

Dawesplan
Dawes-plan
1924

Slide 19 - Diapositive

Het Dawesplan hield in dat ...
A
Duitsland geld leende van de VS
B
Frankrijk geld leende van Duitsland
C
Duitsland geld gaf aan de VS
D
Alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 20 - Quiz

Economische crisis
1929
- Beurskrach in Verenigde Staten
- crisis slaat over naar Europa 

Slide 21 - Diapositive

Economische crisis

Wereldcrisis, dus ook in DU.

In de Republiek van Weimar ging het extra slecht door:

1) Herstelbetalingen

2) Geen leningen VS meer

3) Geen koloniën

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Waar begon de crisis van de jaren '30?
A
Duitsland
B
Verenigde Staten
C
Nederland
D
Niet speciaal in 1 land

Slide 24 - Quiz

Wanneer brak de economische crisis uit?
A
1919
B
1929
C
1939
D
1940

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Oorzaken crisis
  1. Overproductie
  2. Slechte banken

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

De economische crisis ontstond in ...
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
VS
D
GB

Slide 30 - Quiz

De economische crisis trof Duitsland extra zwaar omdat...
A
Duitsland geen kolonies had
B
Duitsland geld moest betalen aan FR en GB
C
Duitsland geen geld meer kreeg van de VS
D
Alle drie de vorige antwoorden zijn goed

Slide 31 - Quiz

Noem een oorzaak van het uitbreken van de economische crisis

Slide 32 - Question ouverte