Spanningen tussen hoofdwaarden

• GMF
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Spanningen tussen hoofdwaarden

- Je weet wat de hoofdwaarden van de maatschappij zijn.

- Je kunt uitleggen waarom dit spanningen kan oproepen.

- Je kunt in een aantal situaties benoemen welke hoofdwaarden botsen.

Wat zijn de hoofdwaarden van de maatschappij?

Waar denk je aan bij
vrijheid?

Waar denk je aan bij
gelijkheid?

Waar denk je aan bij
democratie?

Waar denk je aan bij
tolerantie?

Botsende waarden

Waarden zijn zaken die we belangrijk vinden.

Soms botsen deze waarden. Op dat moment kunnen we niet beide waarden goed uitvoeren (terwijl we ze wel beide belangrijk vinden). We moeten dan kiezen op welke waarde we inleveren. 

Voorbeelden

Geef bij de volgende voorbeelden aan welke hoofdwaarden botsen volgens jou.

Een politieke partij neemt de vrijheid om te zeggen dat vrouwen geen politieke functies mogen bekleden.

Een homoseksuele leraar solliciteert op een christelijke basisschool. In zijn sollicitatiegesprek
vertelt hij eerlijk dat hij een relatie met een man heeft. De directeur van de basisschool
besluit dat de leraar daarom niet op de school mag komen werken. Volgens de directeur is
het gedrag van de homoseksuele leraar in strijd met de grondslag van de school.

Een groepje autochtone jongeren loopt langs een huis waar mensen van Marokkaanse
afkomst wonen. Ze besluiten een aantal keer hard ‘rot-marokkanen’ te roepen. Het gezin
van Marokkaanse afkomst doet hierop aangifte, want ze voelen zich gediscrimineerd. De
jongeren vinden echter dat ze hun mening vrij mogen uiten

Geef een voorbeeld van iemand die zijn mening geeft zonder oog te hebben voor de hoofdwaarden van de maatschappij

Huiswerkopdracht

We hebben in de vorige dia's gezien dat er spanningen zijn tussen verschillende waarden. 

Schrijf per situatie op welke waarde jij het belangrijkst vindt en leg in 5 zinnen uit waarom je voor deze waarde hebt gekozen.

• Een politieke partij neemt de vrijheid om te zeggen dat vrouwen geen politieke functies mogen bekleden.
• Een groepje autochtone jongeren loopt langs een huis waar mensen van Marokkaanse afkomst wonen. Ze besluiten een aantal keer hard ‘rot-marokkanen’ te roepen. Het gezinvan Marokkaanse afkomst doet hierop aangifte, want ze voelen zich gediscrimineerd. De jongeren vinden echter dat ze hun mening vrij mogen uiten
• Een homoseksuele leraar solliciteert op een christelijke basisschool. In zijn sollicitatiegesprekvertelt hij eerlijk dat hij een relatie met een man heeft. De directeur van de basisschoolbesluit dat de leraar daarom niet op de school mag komen werken. Volgens de directeur ishet gedrag van de homoseksuele leraar in strijd met de grondslag van de school.