Les 2: Lenen en schuld

Les 2 Lenen en schuld 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Les 2 Lenen en schuld 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
In deze les leer je:

- dat je vaak rente moet betalen als je geld leent;
- dat je een schuld kunt krijgen;
- wat de gevolgen van een schuld kunnen zijn.

Slide 2 - Diapositive

Lezen
Geld lenen
bladzijde 172

Slide 3 - Diapositive

Maken
Opdracht 1 
bladzijde 173 en 174

Slide 4 - Diapositive

Lezen
Schuld
bladzijde 175

Slide 5 - Diapositive

Maken
Opdracht 2 en 3 
bladzijde 176 t/m 178

Slide 6 - Diapositive

Waarover gaat deze afbeelding?
A
geld lenen
B
geld sparen
C
rente betalen

Slide 7 - Quiz

Is de zin waar of niet waar.
Als je geld leent van de bank krijg je een schuld.
A
niet waar
B
waar

Slide 8 - Quiz

Is de zin waar of niet waar.
Als je geld leent van de bank mag je zelf beslissen of je het terug betaald.
A
niet waar
B
waar

Slide 9 - Quiz

Is de zin waar of niet waar.
Als je geld leent van de bank moet je het terug betalen.
A
niet waar
B
waar

Slide 10 - Quiz

Wat is rente?
A
Een extra bedrag voor het lenen van geld.
B
Geld dat je apart zet voor later.
C
Het verschil tussen inkomsten en uitgaven.

Slide 11 - Quiz

Wat wordt bedoeld met deze waarschuwing?
A
Je kunt ruzie krijgen als je geleend geld niet terug betaalt.
B
Je mag alleen geld lenen als je rijk bent.
C
Je moet rente betalen als je geld leent.

Slide 12 - Quiz

Een geldbedrag dat je moet terugbetalen noem je ________.
A
een schuld
B
spaargeld

Slide 13 - Quiz

Jeffrey krijgt hulp om een geldbedrag __________.
A
te lenen
B
terug te betalen

Slide 14 - Quiz

Yara heeft 100 euro van haar ouders geleend.
Welke zin over Yara is juist?
A
Yara betaalt rente.
B
Yara heeft een schuld.
C
Yara heeft geen inkomsten.

Slide 15 - Quiz

Hoe kun je voorkomen dat je een schuld krijgt?
A
Door geld te lenen.
B
Door rekeningen op tijd te betalen.
C
Door rente te betalen.

Slide 16 - Quiz