3.3 Hoe werd het christendom belangrijk?

1. De joden mochten hun eigen godsdienst houden
2. Joden vereerden de keizer niet

1. Beide goed
2. Beide fout
3. 1= goed 2 = fout
4. 1= fout 2 = goed

Hoe noem je het gebedshuis vande Joden?

1. gebedshuis
2. kerk
3. synagoge
4. moskee

Wat is de oudste godsdienst?

1. Christendom
2. Jodendom

Welk antwoord is juist?

1. Het Jodendom komt voort uit het Christendom
2. Het Christendom komt voort uit het Jodendom

Welke zin hoort niet bij christenen?

1. Jezus Christus
2. christendom
3. leven volgens Gods regels
4. keizer vereren

De stichter van het christendom is/zijn?

1. Jezus
2. Paulus en Petrus
3. De Apostelen
4. De discipelen

Welke keizer verhief het christendom in het jaar 380 tot staatsgodsdienst?

1. Maxentius
2. Constantijn de Grote
3. Theodosius
4. Caesar

In welk land is het Christendom begonnen?

1. Israel
2. Judea
3. Italie
4. Geen van de genoemde landen is juist

Romeinen waren tolerant tegenover de christenen. Ze hadden geloofsvrijheid als ze....?

1. Zich maar verder stil hielden
2. Alles in het geheim deden
3. Ze de keizer maar als goddelijk heerser gehoorzaamden
4. Ze verder maar geen andere mensen lastig vielen met hun geloof

Hoe heette de eerste christelijke keizer?
Kortom, welke keizer laat zich als eerste als christen dopen?

1. Keizer Nero
2. Keizer Caesar
3. Keizer Constantijn
4. Keizer Alexander de Grote

Wie zag in zijn droom een brandend kruis in de lucht, waardoor hij zich later als eerste christelijke keizer troonde?

1. Keizer Constantijn
2. Keizer Caesar
3. Keizer Theodosius
4. Keizer Galius

Waar woont de paus?

1. Rome
2. Madrid
3. Vaticaanstad
4. San Marino

Wie leidt de kerk in een groot gebied?

1. priester
2. bisschop
3. paus
4. geestelijke

Wie is de baas in de kerk?

1. priester
2. bisschop
3. paus
4. geestelijke

Hoe heet het hoofd van de (katholieke) kerk ?

1. god
2. christenen
3. paus
4. bijbel

Wat heeft keizer Theodosius gedaan?

1. Van het christendom een staatsgodsdienst maken.
2. Christenen in brand gestoken en als tuinfakkel gebruikt
3. De Joden het beloofde land Israel geschonken
4. Het bevel gegeven om Jezus te kruisigen.