Laatste les politiek

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Welkom

Je weet het volgende uit te leggen:

• Wat is politiek? Keuzes maken! 
• Wie hoort er bij de overheid? 
• Wat is het algemeen belang? 
  
  
• Hoe herken je een maatschappelijk
   probleem? Noem de kenmerken ervan.
• Hoe kan men invloed uitoefenen op de
   politiek?

H1 - De maatschappij & de politiek 

Blz. 6 t/m 9

Je weet het volgende uit te leggen:

• Wat is een rechtsstaat? Noem de
    kenmerken hiervan.
• Wat is een parlementaire democratie?
• Begrippen als trias politica, vrije en
    geheime verkiezingen, grondwet.
  
• Waarom is de trias politica in NL niet
    helemaal "zuiver" doorgevoerd?
• Wat is het verschil tussen een
   democratie en een dictatuur?

H2 - Rechtsstaat, democratie, dictatuur

Blz. 16 t/m 21

Je weet het volgende uit te leggen:

• Wat is passief en actief kiesrecht?
• Wat voor kiesstelsel heeft NL?
• Wat doen politieke partijen, op welke
   manier hebben zij invloed op de
   overheid?
  
• Begrippen als "zwevende kiezer" en
   "lijsttrekker", "peilingen".
• Progressief, conservatief, links, rechts en
   midden. Ook partijen en standpunten.

H3 - Politieke partijen 

Blz. 30 t/m 35

Je weet het volgende uit te leggen:

• Wat is het liberalisme, waar staat deze
   stroming voor?
• Wat is de sociaal democratie en
   waarnaar streven zij?
• Wat is de christendemocratie en welke
   waarden passen bij de stroming?
• Overige stromingen: nationalisme,
   ecologische stroming, extremisme
   populisme.

H4 - Politieke stromingen 

Blz. 44 t/m 47

Je weet het volgende uit te leggen:

• Wat is de kabinetsformatie, welke
   stappen worden doorlopen?
• Welke taken hebben de ministers en staatssecretarissen?
• Wat is een monarchie, wat zijn taken van
   de koning?

H5 - Kabinet en regering

Blz. 56 t/m 59

Je weet het volgende uit te leggen:

• Waaruit/uit wie bestaat het parlement? 
• Wat is een fractie + fractievoorzitter?
• Waar is het parlement verantwoordelijk
   voor?

H6 - Het parlement

Blz. 65 t/m 69

Je weet het volgende uit te leggen:

• Hoe verloopt het proces van
   besluitvorming? Noem de fasen!
• Wat is de invloed van de media op de
   politiek?
• Wat is een pressiegroep en welke
   invloed heeft die op de politiek?
• Wat voor invloed kun je als burger
   hebben op de politiek?

H7 - Politieke besluitvorming

Blz. 78 t/m 83

Je weet het volgende uit te leggen:

• Waaruit bestaat het provinciebestuur?
• Wat doet en beslist de provincie?
• Welke taken heeft de gemeente?
• Waaruit bestaat het bestuur van de
   gemeente?
• Wat is het college van B&W?

H8 - Gemeente en provincie

Blz. 90 t/m 93

Je weet het volgende uit te leggen:

• Waaruit is de EU ooit ontstaan?
• Wat zijn de doelstellingen van de EU?
• Hoeveel landen horen bij de EU?
• Aan welke eisen moet je voldoen om bij
   de EU te horen?
• Welke invloed heeft de EU en is dit
   positief of soms ook negatief? Leg uit!
• Welke bestuursorganen zijn er, wat voor
   taken hebben ze?

H9 - Nederland en Europa

Blz. 102 t/m 107

Je weet het volgende uit te leggen:

• Welke knelpunten zijn er?
• Wat kan er gedaan worden om de
   politiek te verbeteren?
  
  
  
  

H10 - De toekomst van de Nederlandse politiek

Blz. 114 t/m 117

Tekst met een streep ervoor hoef je niet te leren.

Quiz

Wat is het algemeen belang?

1. Iets waar iedereen behoefte aan heeft
2. Waar een burger recht op heeft

Wat is de politieke agenda?

1. Dingen die in een rechtsstaat belangrijk zijn.
2. Dingen waarover overlegd moet worden door politici.

Wat is een rechtsstaat?

1. Hier is geen vrijheid van drukpers.
2. Hier worden de burgers beschermd tegen de overheid.
3. Hier is censuur in de media.

Wat is een rechtsstaat?

1. Hier is geen vrijheid van drukpers.
2. Hier worden de burgers beschermd tegen de overheid.
3. Hier is censuur in de media.

Noem twee kenmerken van de Nederlandse parlementaire democratie.
Je mag het boek H2 gebruiken.

Waarom is de trias politica in NL niet helemaal zuiver doorgevoerd?

1. Ministers hebben wetgevende én uitvoerende macht.
2. De koning heeft meer taken dan toegestaan.

Noem twee kenmerken van een dictatuur.
Je mag het boek H2 gebruiken.

Hoe vaak zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer?

1. Elke vijf jaar.
2. Elke drie jaar.
3. Elke vier jaar.

Een bekende rechtse partij in NL is...

1. CDA
2. VVD
3. SP

Welke partij zou een actieve overheid willen?

1. GroenLinks
2. FvD
3. PVV

Leg uit wat progressief betekent.
Je mag het boek H3 gebruiken.

Welke uitgangspunten heeft een sociaaldemocratische (of socialistische partij)?

1. Vrijheid, eigen verantwoordelijkheid.
2. Het geloof en de Bijbel.
3. Gelijkheid in de hele wereld.

Waaruit bestaat de regering?

1. Ministers en staatssecretarissen.
2. Ministers en de koning.

Leg uit wat een constitutionele monarchie betekent. Je mag het boek H5 gebruiken.

Waar denk je aan bij het woord
Trias Politica?

Wat zijn twee belangrijke taken van het parlement?

1. Het ondertekenen van wetten.
2. De troonrede voorlezen.
3. (Mede)wetgeving.
4. Controle van de ministers.

Wat is de oppositie?

1. De partijen met de meeste stemmen.
2. Hetzelfde als de coalitie.
3. Partijen die niet in de regering zitten.

Welke fasen heb je bij de politieke
besluitvorming? Gebruik H7.

Wat kun je doen om aandacht te krijgen van de politiek?

Wat zijn de taken van de gemeente?

1. Openingstijden van de horeca bepalen.
2. Zorgen voor het milieu.
3. Ruimtelijke ordening (spoorwegen etc.)

Waaruit bestaat het gemeentebestuur?
H8 in je boek kan helpen.

In welk jaar is de Europese Unie ontstaan?

1. 1957
2. 1988
3. 1992

Wat is en/of doet de Europese Commissie?

1. Deze stemt over wetsvoorstellen.
2. Het dagelijks bestuur van de EU.
3. De rechterlijke macht.

Wat zijn de doelstellingen van
de EU?

Wat zijn twee belangrijke knelpunten in de Nederlandse democratie? Gebruik H10.

Ging het goed?

😒🙁😐🙂😃