Werkwoorden op -er, -ir, en -re

Salut!
- rustig op je plaats gaan zitten
-spullen pakken
-is je jas uit?
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Salut!
- rustig op je plaats gaan zitten
-spullen pakken
-is je jas uit?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen van de les
Aan het einde van de les kun je regelmatige werkwoorden op -er, -ir en -re begrijpen en toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Deze dia kan worden gebruikt om het doel van de les te introduceren.
Wat weet je nog over regelmatige werkwoorden op -er, -ir en -re?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Nakijken
In tweetallen het  huiswerk vergelijken
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van werkwoorden
Voorbeelden van werkwoorden die eindigen op -er: adorer,regarder
Voorbeelden van werkwoorden die eindigen op -ir: finir, choisir,  Voorbeelden van werkwoorden die eindigen op -re: répondre, vendre, attendre.

Slide 8 - Diapositive

Deze dia kan worden gebruikt om de studenten te helpen bij het onthouden van de verschillende werkwoorden.
uitleg regelmatige werkwoorden op -er

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regelmatige werkwoorden
Groep 2 –IR  (finir)
1. IR eraf
2. Stam = fin
3. Fin + uitgang




je
fin
is
tu
fin
is
il/elle/on
fin
it
nous
fin
issons
vous
fin
issez
ils/elles
fin
issent
Deze uitgangen moet je uit je hoofd leren.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regelmatige werkwoorden
Groep 3 –RE  (vendre)
1. RE eraf
2. Stam = vend
3. Vend + uitgang




je
vend
s
tu
vend
s
il/elle/on
vend
nous
vend
ons
vous
vend
ez
ils/elles
vend
ent
Deze uitgangen moet je uit je hoofd leren.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je (regarder)
A
regardons
B
regardes
C
regarde
D
regardent

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

nous (adorer)
A
adore
B
adore
C
adorons
D
adorez

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ils (jouer)
A
jou
B
jouent
C
joues
D
joue

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tu ____________ (choisir)
A
choisis
B
choisiras
C
choisira
D
choisas

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

choisir, vous
A
choisissez
B
choisisez
C
choisissons
D
choisisons

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je ________________ (rougir)
A
rougis
B
rougit
C
rougissez

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

je ... (rendre)
A
rends
B
rend
C
rendons
D
rendez

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

vous ___ (entendre)
A
entendrez
B
entendons
C
entendrons
D
entendez

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

A vous maintenant!

- maken opdracht 8a tm 8c
- lire feuilleton
- leren apprendre 2

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.