L1. Intro - De wereld van softwareontwikkeling

• ICT
• MBO
• Studiejaar 1

De wereld van softwareontwikkeling

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je het beroep van een softwareontwikkelaar begrijpen en de basisprincipes van softwareontwikkeling toepassen.

Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.

Wat weet je al over het beroep van een softwareontwikkelaar en softwareontwikkeling?

Wat is softwareontwikkeling?

Softwareontwikkeling verwijst naar het proces van het ontwerpen, creëren en onderhouden van softwaretoepassingen.

Leg uit wat softwareontwikkeling is en waarom het belangrijk is in de moderne wereld.

Belangrijke vaardigheden

Om een goede softwareontwikkelaar te worden, zijn vaardigheden zoals:

-programmeren, probleemoplossing en analytisch denken 

-maar ook communiceren en interpreteren (klantvraag)

- en kritisch zijn op jezelf

Beschrijf en bespreek de belangrijkste vaardigheden die een softwareontwikkelaar nodig heeft.

Programmeertalen

Programmeertalen zoals Java, C++, Python en PHP worden veel gebruikt in softwareontwikkeling.

Beschrijf en bespreek enkele populaire programmeertalen die worden gebruikt in softwareontwikkeling.

Softwareontwikkelingstools

Er zijn verschillende tools beschikbaar om softwareontwikkeling te ondersteunen, zoals IDE's, versiebeheersystemen en bugtrackingtools.

Geef een overzicht van enkele veelgebruikte tools die softwareontwikkelaars gebruiken en leg uit hoe ze bijdragen aan het ontwikkelingsproces.

Agile ontwikkelingsmethodologie

Agile is een populaire ontwikkelingsmethodologie die zich richt op flexibiliteit en samenwerking tussen teamleden.

Beschrijf de principes van agile ontwikkeling en bespreek waarom het steeds populairder wordt in de industrie.

Carrièremogelijkheden

Als softwareontwikkelaar zijn er verschillende carrièremogelijkheden, zoals applicatieontwikkelaar, software-architect en projectmanager.

Beschrijf en bespreek enkele mogelijke carrièrepaden binnen het softwareontwikkelingsveld.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.