workshop functies deel 3
1 / 10
La durée de la leçon est: 90 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een functie met een parameter en een functie zonder parameter?
(parameter = argument)
(parameter = argument)
A
Een functie zonder parameter kan niet worden aangeroepen.
B
Een functie met een parameter gebruikt invoerwaarden om acties uit te voeren.
C
Een functie zonder parameter retourneert altijd null.
D
Er is geen verschil; beide functies werken hetzelfde.
Slide 3 - Quiz
Waarom is het handig om functies te gebruiken in je code?
A
Functies maken je code overzichtelijker en herbruikbaar.
B
Functies zorgen ervoor dat je geen arrays hoeft te gebruiken.
C
Functies verhogen de snelheid van je computer.
D
Functies verminderen de kans op fouten omdat je minder herhaling hebt.
Slide 4 - Quiz
Wat is de output van dit programma?
Slide 5 - Question ouverte
Hoe voeg je een waarde toe aan een bestaande array?
A
$array->add("waarde");
B
$array[] = "waarde";
C
array_push($array, "waarde");
D
$array = "waarde";
Slide 6 - Quiz
Wat is een associatieve array?
A
Een array met alleen getallen als index.
B
Een array met sleutels die je zelf kiest in plaats van genummerde indexen.
C
Een multidimensionale array.
D
Een array die geen waarden kan opslaan.
Slide 7 - Quiz
Wat is de output van deze code?
zoek eventueel op wat de php-functie 'implode' doet
zoek eventueel op wat de php-functie 'implode' doet
