Werkwoorden Lowan Het Lichaam

Welkom
 Vandaag is het woensdag.
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom
 Vandaag is het woensdag.

Slide 1 - Diapositive

Wat is dit?
A
oog
B
oor
C
neus
D
mond

Slide 2 - Quiz

Wat is dit?
A
wimper
B
wenkbrauw
C
wang
D
haar

Slide 3 - Quiz

Wat is dit?
A
neus
B
oog
C
tand
D
lip

Slide 4 - Quiz

Voorhoofd?
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Werkwoorden
Глаголы

Lowan 
Het Lichaam
Tело

Slide 7 - Diapositive

komen
leren

Slide 8 - Diapositive

poetsen
Ik poets de tanden.
pakken
Zij pakt de tas.

Slide 9 - Diapositive

komen

ik kom
jij komt
hij ?
zij ?
wij ?
jullie komen
zij komen
leren

ik leer
jij leert
hij ?
zij leert
wij ?
jullie leren
zij leren

Slide 10 - Diapositive

poetsen

ik poets
jij ?
hij ?
zij poetst
wij poetsen
jullie ?
zij ?
pakken

ik pak
jij ?
hij pakt
zij ?
wij pakken
jullie ?
zij ?

Slide 11 - Diapositive

praten
wijzen

Slide 12 - Diapositive

praten

ik praat
jij ?
hij praat
zij ?
wij praten
jullie ?
zij ?
wijzen

ik wijs
jij wijst
hij ?
zij ?
wij wijzen
jullie ?
zij ?

Slide 13 - Diapositive

kijken
zitten

Slide 14 - Diapositive

kijken

ik kijk
jij kijkt
hij ?
zij ?
wij ?
jullie kijken
zij ?
zitten

ik zit
jij zit
hij ?
zij ?
wij zitten
jullie ?
zij zitten

Slide 15 - Diapositive

horen

ik hoor
jij hoort
hij ?
zij ?
wij ?
jullie horen
zij ?
staan

ik sta
jij staat
hij ?
zij ?
wij staan
jullie ?
zij staan

Slide 16 - Diapositive

horen
staan

Slide 17 - Diapositive



1. ik leer Nederlands
2. jij praat met de juf
   3. zij poetst de tanden
         4. wij zitten op een stoel
    5. jullie pakken de tas
6. zij horen muziek


1. leren
2. praten
    3. poetsen
4. zitten
 5. pakken
6. horen

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive



1. ik 
2. jij 
3. zij 
4. wij 
    5. jullie 
6. zij 

Slide 20 - Diapositive

Kies de goede woorden.

Sleep ze naar het goede vak.

Slide 21 - Diapositive

ik
hij
poets
pak
pakt
poetst

Slide 22 - Question de remorquage

wij
hij
horen
komen
staat
pakt

Slide 23 - Question de remorquage

ik
jij
kijkt
wijst
kom 
sta

Slide 24 - Question de remorquage

jij
jullie
wijzen
praten
zit
hoort

Slide 25 - Question de remorquage

Kies A of B!

Slide 26 - Diapositive

ik
A
kijk
B
kijken

Slide 27 - Quiz

ik
A
zitten
B
zit

Slide 28 - Quiz

ik
A
poetst
B
poets

Slide 29 - Quiz

ik
A
leer
B
leren

Slide 30 - Quiz

jij
A
leert
B
leren

Slide 31 - Quiz

jij
A
hoor
B
hoort

Slide 32 - Quiz

jij
A
zit
B
zitten

Slide 33 - Quiz

wij
A
pakken
B
pak

Slide 34 - Quiz

wij
A
komt
B
komen

Slide 35 - Quiz

jullie
A
praten
B
praat

Slide 36 - Quiz

jullie
A
wijs
B
wijzen

Slide 37 - Quiz

Voorzetsels
VOORZETSELS

Slide 38 - Diapositive

Loop door de klas
Vertel waar je staat. 
Voorbeeld: Ik sta naast/voor/tussen/achter Wail.

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Opdracht bij de spinner:

Noem de juiste vorm van het werkwoord!
Docent noemt:
ik of jij, hij, zij, wij, jullie, zij.

Slide 41 - Diapositive