3 GL unit 1 lesson 2 #2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Today 

*  some / any

*  (a) little/ (a) few 

*  much/ many 

Many = telbaar / meervoud

- many people

- many cars

- many ideas

Much = ontelbaar / enkelvoud

- much water

- much money

- much time

(a) little / (a) few

A LITTLE = een beetje (enkelvoud)

A FEW = een paar (meervoud)

I need a little more time.

Ik heb een beetje meer tijd nodig.

Jack eats a few fries.

Jack eet een paar frietjes.

LITTLE = weinig (enkelvoud)

FEW = weinig (meervoud)

My teacher has little patience.

Mijn lerares heeft weinig geduld.

We bought few books yesterday.

Wij kochten weinig  boeken gisteren.

 Some & any

Let's practise! 

Just follow the links in the following slides...... 

https:

https:

Homework  unit 1 lesson 2 

Exercises  14 - 19 

woorden en zinnen leren (Qiuzlet of blz. 74 - 75 in je TB)

Lesson 3 maken