6.1 en 6.2 Koude Oorlog

6.1 Ontstaan en verloop van de Koude Oorlog
* Geen gezamenlijke vijand meer: Hitler is verslagen. VS, GB en SU 'verdelen' Europa
* VS: democratie & kapitalisme
* SU: communisme & overheid leidt de economie
* Invloedssferen: Zuid- en West-Europa Amerikaanse invloedssfeer, Oost-Europa Russische invloedssfeer
* Satellietstaten = Oostblok: officieel zelfstandige staten maar onder sterke invloed van SU
* IJzeren gordijn = grens tussen Oost- en West-Europa
* Kenmerkend aspect: wapenwedloop en wederzijdse afschrikking
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

6.1 Ontstaan en verloop van de Koude Oorlog
* Geen gezamenlijke vijand meer: Hitler is verslagen. VS, GB en SU 'verdelen' Europa
* VS: democratie & kapitalisme
* SU: communisme & overheid leidt de economie
* Invloedssferen: Zuid- en West-Europa Amerikaanse invloedssfeer, Oost-Europa Russische invloedssfeer
* Satellietstaten = Oostblok: officieel zelfstandige staten maar onder sterke invloed van SU
* IJzeren gordijn = grens tussen Oost- en West-Europa
* Kenmerkend aspect: wapenwedloop en wederzijdse afschrikking

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

IJzeren gordijn = grens tussen oost en west

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communisme

Gelijkheid
Politiek: sterke staatssturing
planeconomie: overheid bepaalt wat er geproduceerd wordt en verdeelt het onder de bevolking
land: SU

Kapitalisme

Vrijheid
Politiek: wisselend
vrije markteconomie: mensen zijn vrij om zelf een winkel of bedrijf te beginnen
land: VS

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Februari 1945: conferentie Jalta (Stalin, Churchill, Roosevelt) - vertrouwen, Europa wordt verdeeld in  invloedssferen
Juli 1945: conferentie Potsdam (Stalin, Churchill, Truman) - wantrouwen,  atoomwapen-dreiging, versterkt door ideologische verschillen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Containment-politiek
De Amerikaanse president Truman geloofde dat de communisten tegengehouden moesten worden.
Hoe? Containment-politiek  (indammen, het voorkomen dat het communisme zich ging verspreiden)
1.  Marshallhulp (economische hulp)
2. NAVO (1949) (militaire hulp)*
* Als reactie hierop richtte Stalin in 1955 het Warschaupact op

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koude Oorlog
1945 - 1989 
Kritieke momenten tijdens de Koude oorlog, waarom?

-Blokkade van Berlijn (1948-1949)
- Vorming NAVO (1949) en Warschaupact (1955)
- Stichting DDR en BRD (1949)
- Bouw Berlijnse muur (1961-1989)
- Cubacrisis (1962)
- Praagse Lente (1968)

Koude Oorlog = periode van 40 jaar dreiging tussen SU en VS
"koud" want nooit rechtstreeks aanval of bloedvergiet tussen SU en VS
wederzijdse afschrikking (atoombom - wapenwedloop)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blokkade van Berlijn / DDR & BRD
* Na WOII Berlijn verdeeld in een westerse en oosterse invloedssfeer
* 1948: Stalin wil heel Berlijn en blokkeert de toegang. Met een luchtbrug weten de Amerikanen West-Berlijn toch te bevoorraden. In 1949 heft Stalin de blokkade op.
* 1949: oprichten DDR en BRD (Oost- en West-Duitsland)
* De verschillen tussen Oost en West waren het duidelijkst zichtbaar in Duitsland.
West-Duitsland: Wirtschafts-wunder: (economisch wonder) het snelle economische herstel van West-Duitsland. Oost-Duitsland: armoede en achterstand, er komt een volksopstand van Oost-Duitsers, neergeslagen door het Sovjetleger (1953, hierna willen veel mensen naar West-Berlijn vluchtten, dus wordt de Berlijnse muur gebouwd).

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cubacrisis
1962
Kernrakketen op Cuba worden
ontdekt. VS president Kennedy eist 
dat SU leider Chroesjtsjov ze
weghaalt. Uiteindelijk gebeurt dit.
SU en VS besluiten tot een direct 
telefoonlijn tussen de leider om 
problemen vanaf nu snel op te
lossen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

6.2 Het einde van de Koude Oorlog
> Na de dood van Stalin heel langzaam SU minder streng, sommige satellietstaten wilden hun vrijheid terug, dit werd hard neergeslagen door de SU.
* 1956 Hongaarse opstand
* 1968 Praagse lente in Tsecho-Slowakije 
> 1972 verdrag: SU en VS stoppen met lange afstandswapens te maken. 
> 1975 > onder VS president Reagan verslechteren de verhoudingen met SU, beide landen gaan meer andere kernwapens produceren
> 1985: Sovjetleider Gorbatsjov : SU slechte economie,  er moest glasnost (openheid over de problemen) en perestrojka (hervorming, meer vrijheid voor de mensen) komen.
> 1987: Gorbatsjov en Reagan overeenkomst stoppen wapenwedloop (INF-verdrag)
> 1989: Oostbloklanden vrije verkiezingen, communisten weggestemd. Val Berlijnse Muur
> 1990: Val Sovjet-Unie en einde communisme
= Einde koude oorlog

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde van de Koude Oorlog: de wapenwedloop was erg duur, de SU leider Gorbatjov zag dat dit slecht was voor de economie

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht bron 1
Leg met behulp van beeldelementen waarom de koude oorlog 'koud' werd genoemd.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht bron 2
> Leg uit over welk onderdeel van de Koude Oorlog deze spotprent gaat.
> Beschrijf minstens 2 beeldelementen die dit ondersteunen
> Is de tekenaar voor een van partijen (dus Russen of Amerikanen), en waarom denk je dat?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bron 2

Slide 15 - Diapositive

SU
- Eerst Stalin
- Daarna Chroesjtsjov
- Dan Brezjnev 
- Daarna Gorbatsjov

VS
- Eerst Truman
- Daarna Eisenhower
- Daarna Kennedy
- Daarna Johnson
- Daarna Nixon
- Daarna Ford
- Daarna Carter
- Daarna Reagan 
Spotprenten
1. Wat zie je (heel letterlijk)
2. Waar gaat de afbeelding over
3. Wat probeert de tekenaar te zeggen met de afbeelding

Bij een spotprent wordt met iets/iemand 'de spot' gedreven.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Propaganda
Soort (politieke) reclame met als doel je mening beïnvloedden. Vaak aan de hand van 'spotprenten'

Spotprenten = komische tekening/afbeelding van een persoon of gebeurtenis

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spotprent slide 5
In deze spotprent komt een kenmerkend aspect van de Koude Oorlog naar voren, welke? Leg dit uit met een bronelement.

Antwoord: wapenwedloop, dit zie je aan de raketten met Russische en Amerikaanse symbolen erop. En/of: dit zie je aan de Russische en Amerikaanse leiders die aan het armpje drukken zijn

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spotprent slide 7
Waar gaat deze spotprent over? Gebruik beeldelementen in je uitleg.
Antwoord: deze spotprent gaat over de wapenwedloop tijdens de Koude Oorlog, beide machtsblokken (VS en SU) doen aan wederzijdse afschrikking met het raketten. Ze bedreigen elkaar maar vuren geen wapens af. Beeldelementen: raket met Sovjetlogo, raket met VS logo, raketten achtervolgen elkaar, tekst 'help, ik word achtervolgd'.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spotprent slide 9
Is de maker van deze spotprent voor of tegen het westen en hoe kun je dit zien (beschrijf het beeldelement)?
Antwoord: de maker van deze spotprent is tegen het westen. Dit kun je zien door West-Duitsland Oost-Duitsland opslokt.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions