De ziekte van Parkinson (zelfstandig aan de slag)

Parkinson

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Parkinson

Slide 1 - Diapositive

Inleiding
Beste student,
Vandaag ga ja aan de slag met de les over het ziektebeeld Parkinson.
Je gaat beginnen met het bekijken van een filmpje over het ziektebeeld Parkinson.
Daarna volgen teksten en opdrachten elkaar op, zodat je aan het einde van deze les weet:
- wat de ziekte van Parkinson inhoud;
- welke gevolgen op lichamelijke, psychische en sociale de ziekte van Parkinson heeft.
Succes!

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Parkinson

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Substantia nigra / zwarte kern :
Soepel laten verlopen van bewegingen

Contact tussen zenuwcellen vindt plaats met behulp van : Neurotransmitters
neuro = zenuw / transmitter = overbrengen

De cellen van substantia nigra produceren, dopamine.
Parkinson = steeds minder dopamine in de hersenen aangemaakt. 

Slide 6 - Diapositive

Wat is de ziekte van Parkinson?
A
Een chronische hartziekte
B
Een chronische longziekte
C
Een chronische hersenziekte

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Bradykinesie
Substantia-nigra
Dopamine
Maskergelaat
Rigiditeit
Tremor


Neuro
transmitter

Dopamine 
producerende 
cellen
traagheid 
van
bewegingen
sombere 
gezichts-
uitdrukking
Stijfheid
van'
spieren
Beven

Slide 9 - Question de remorquage

Parkinson is een:
A
Ziekte van de bloedvaten
B
Ziekte van het hart
C
Ziekte van de hersenen
D
Ziekte van de zenuwen

Slide 10 - Quiz

Bij de ziekte van Parkinson ontstaat een tekort aan histamine
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Dopamine kan de bloedhersenbarrière passeren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

De ziekte van parkinson wordt veroorzaakt door
het plaatselijk verdwijnen van de isolatieschede (myelineschede) van de zenuwvezels in de hersenen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

De ziekte van Parkinson ontstaat bij de meeste patiënten na het 60e jaar.
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Komt Parkinson vaker voor bij mannen of bij vrouwen?
A
Mannen
B
Vrouwen
C
Beide ongeveer hetzelfde
D
Dat is onbekend

Slide 24 - Quiz

Noem een aantal verschijnselen van de ziekte van Parkinson.

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Parkinson is met medicatie te genezen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Wat behoort tot de eerste 'vage' klachten van Parkinson?
A
Trillen, freezing, verminderd ruiken
B
Obstipatie, evenwichtsproblemen, stijve spieren
C
Obstipatie, verminderd ruiken, slaapstoornissen
D
Trillen, wanen/hallucinaties, slaapstoornissen

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

De tremor bij de ziekte van Parkinson wordt erger in rust, en kan onderdrukt worden als iemand bijvoorbeeld iets pakt.
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Vidéo

Slide 32 - Vidéo

Slide 33 - Vidéo

Parkinson kan erfelijk zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive