H3 Bewegen 2

H3 Bewegen 1
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

H3 Bewegen 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning komende weken
Datum
Planning
17 - 05 - 2024
Toets Bespreken
Uitleg: paragraaf 2
Maken: paragraaf 1 & 2
Deze week

24-05-2024
Uitleg & Maken: paragraaf 3
Practicum
Volgende week

31 - 05 - 2024 
Uitleg & Maken: paragraaf 4
07 - 06 - 2024
Uitleg & Maken: paragraaf 5
14 - 06 - 2024
Herhalen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning Vandaag
  • Herhalen
  • Practicum naar buiten
  • Controleren huiswerk
  • Uitleg 
  • Aan de slag!

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de stroboscopische
foto. Hoe vaak heeft
de lamp geknipperd?
A
4 keer
B
5 keer
C
6 keer
D
7 keer

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De lamp flitst elke 0,10 s.
Hoe lang duurde het
maken van de foto?
A
0,30 s
B
0,40 s
C
0,50 s
D
0,60 s

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar bewoog de man
op de foto zijn handen
het snelst?
A
Onderaan
B
Bovenaan
C
Overal even snel
D
Dat kun je niet weten

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op een stroboscopische foto staan 12 ballen. Er is 4 keer per seconde geflitst. Hoelang duurde het om die 12 foto's te maken?
A
4 seconden
B
3 seconden
C
2,75 seconden
D
1,75 seconden

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er staan 12 ballen op een stroboscopische foto. De bal legt 4,0 meter af in 2,75 seconden. Hoe groot is de afgelegde afstand in 1 seconde?
A
4 meter
B
3 meter
C
2,45 meter
D
1,45 meter

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een afstand-tijd diagram?
A
Een grafiek met de tijd op de y-as en de afstand op de x-as
B
een grafiek met de afstand op de y-as en de tijd op de x-as
C
een tabel met de tijd in de eerste kolom en de afstand in de tweede.
D
een tabel met afstand in de eerste kolom en de tijd in de tweede.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je fietst met een snelheid van 5,5 m/s. Hoeveel km/h is dat?
A
1,5 km/h
B
5,5 km/h
C
12,8 km/h
D
19,8 km/h

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Usain Bolt rent 100 meter in ongeveer 10 seconden. Wat is zijn gemiddelde snelheid?
A
0,1 m/s
B
10 m/s
C
10 km/h
D
100 km/h

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een schaatsenrijdster rijdt de 500 meter in 40 seconden. Wat is haar gemiddelde snelheid in m/s?
A
12,5 m/s
B
40 m/s
C
15 km/h
D
25 m/s

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
De afstand,tijd-diagrammen van een eenparige, versnelde en vertraagde beweging tekenen en de gemiddelde snelheid hieruit bepalen.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eenparige beweging: 

- afstand in 2 opvolgende foto's
steeds even groot. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Versnelde beweging: 

- afstand steeds groter tussen 2 opvolgende 
foto's. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertraagde beweging:

- de tussenruimtens tussen 2
foto's wordt steeds kleiner. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Controle van begrip
Schets in één afstand,tijd-diagram;
een versnelde beweging (1)
vertraagde beweging (2)
eenparige beweging (3)

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eenparige beweging
(s, t)-diagram
(v, t)-diagram

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eenparig versnelde beweging
(s, t)-diagram
(v, t)-diagram

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Optrekkende auto

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eenparig vertraagde beweging
(s,t)-diagram
(v,t)-diagram

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalingsvragen

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Practicum

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken
Practicum 'naar buiten'

Boekje opgave 13 tot en met 21

Slide 34 - Diapositive

https://www.youtube.com/watch?v=kFqkJxpNjAE&list=PL9ngJuVeW8kccK10Q2WmDaG17ISFJJcoT&index=2&ab_channel=MeneerWietsmaNatuurkunde
Extra slides

Slide 35 - Diapositive

https://www.youtube.com/watch?v=kFqkJxpNjAE&list=PL9ngJuVeW8kccK10Q2WmDaG17ISFJJcoT&index=2&ab_channel=MeneerWietsmaNatuurkunde
Grootheid
Symbool van de grootheid
Eenheid
Symbool van de eenheid
s
afstand
meter
m
v
snelheid
meter per seconde
m/s
t
tijd
seconden
s

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Momentale snelheid

De snelheid van een voorwerp op een specifiek moment in de tijd.
Gemiddelde snelheid

De totale afgelegde afstand gedeeld door de totale tijdsduur.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een auto rijdt op een bepaald moment 50 km/u terwijl deze versnelt of vertraagt.

Is dit momentale snelheid of gemiddelde snelheid?
A
Momentale snelheid
B
Gemiddelde snelheid

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een auto rijdt 300 km in 4 uur.

Is dit momentale snelheid of gemiddelde snelheid?
A
Momentale snelheid
B
Gemiddelde snelheid

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een trein reist van Amsterdam naar Parijs, 500 km, in 5 uur.

Is dit momentale snelheid of gemiddelde snelheid?
A
Momentale snelheid
B
Gemiddelde snelheid

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een hardloper sprint op het laatste moment van de race en bereikt een snelheid van 10 m/s.

Is dit momentale snelheid of gemiddelde snelheid?
A
Momentale snelheid
B
Gemiddelde snelheid

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions