Introductie basisinkomen

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Welk soort werk wordt het hardst getroffen tijdens ‘the second machine age’?

1. Routinematig informatie verwerken
2. 'Bullshit jobs'
3. Uitzendbaantjes
4. Kantoorbanen

Hoe zien volgens Marcel Canoy de arbeidsverhoudingen er in 2024 uit?

1. Iedereen heeft een vaste baan
2. Er zijn steeds meer zzp-ers
3. Niemand heeft meer een vaste baan
4. Je werkt vaker voor jezelf, of deels voor jezelf en voor een baas of voor elkaar

Welk argument noemt Ron Hikel voor het feit dat uitkeringen een negatief effect hebben op de bereidheid van mensen om te werken?

1. 'Ik krijg toch al geld, dus waarom zou ik werken?'
2. 'Ik heb tijd nodig om een nieuwe baan te vinden, daarom heb ik een uitkering'
3. 'Alles dat ik (bij)verdien, moet ik direct weer inleveren'
4. 'Door de samenleving ben ik werkloos, dan moeten zij ook maar betalen'

Welke maatschappelijke opbrengsten heeft het basisinkomen?

WEL maatschappelijke opbrengst

GEEN maatschappelijke opbrengst

Betere innovatie

Hogere arbeidsproductiviteit

Meer belastingopbrengsten

Mensen worden gelukkiger

Er wordt meer (mantel)zorg verleend

Mensen worden luier

Welke functies van de verzorgingsstaat kunnen worden vervuld door het basisinkomen?

WEL functie verzorgingsstaat

GEEN functie verzorgingsstaat

Verzekeren

Vernemen

Verheffen

Verbinden

Verdelen

Verzorgen

In de uitzending van Tegenlicht in de klas uit 2018 (Een basisinkomen voor iedereen) bepleit Rutger Bregman om de term basisinkomen te veranderen in ‘durfkapitaal voor de gewone man’ of ‘burgerschapsdividend’. Welke redenen kun je daarvoor bedenken?

Welke argumenten kun je bedenken om in deze tijd voor of tegen de invoering van het basisinkomen te zijn?

Geef in een kort betoog aan of jij voor of tegen de invoering van het basisinkomen bent. Beargumenteer je mening!

Stel dat jij na je middelbare school een
basisinkomen zou krijgen, wat zou je dan doen? Zou
je andere keuzes maken dan zonder basisinkomen?

Voorstelling RIJK 

Deze voorstelling laat zien hoe financieel verschillen je positie in de groep mede bepalen. En hoe wel of geen geld je imago negatief of positief kan beïnvloeden 

Opdracht 

Doel: Inzicht krijgen in je eigen uitgaven en die van andere 

Maandoverzicht 

1. Maak een persoonlijk maandoverzicht van hoeveel geld er binnen komt en hoeveel je uitgeeft. Belangrijk om erbij te noteren waaraan je het besteed. 

2. Lees vervolgens de gemiddelden voor uit het Nibud scholierenonderzoek 

3. Vergelijk met de leerling naast je het overzicht en schrijf op waar het verschilt