T2A-AK 4. Wereldstad en megastad

3.4 Wereldstad en megastad
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3.4 Wereldstad en megastad

Slide 1 - Diapositive

Wanneer spreek je van een stad?
1. een stad heeft een bepaald aantal inwoners (verschilt per land)
2. veel gebouwen op een klein gebied
3. veel mensen die werken in de industrie en diensten
4. groot aantal belangrijke voorzieningen
In China hebben ze meer dan 100 plaatsen met 1 miljoen inwoners.
Dan is Amsterdam met circa 850.000 inwoners een dorp.
Ook wel de adressendichtheid. Dat is het aantal adressen binnen een cirkel van 1km rond een bepaald adres.
Meer maar ook grotere voorzieningen zoals ziekenhuizen, stadions, bioscopen.
In landelijk gebied vind je ook wel voorzieningen, maar minder en kleinere zoals een bakker of lokale supermarkt.

Slide 2 - Diapositive

De wereld van de grote stad

Londen is een echte stad want..
  • veel inwoners 
  • hoge bebouwingsdichtheid 
  • veel functies voor omgeving 

Hoe zie je aan de beroepsbevolking dat londen een stad is?
  • mensen werken in de diensten of industrie 

Slide 3 - Diapositive

Drie typen (grote) steden
Megastad

Wereldstad

Hoofdstad

Slide 4 - Diapositive

Spreiding van wereld- en megasteden

Wereldsteden liggen vooral in?
de rijke landen

Megasteden vooral in?
de periferie

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

In veel westerse landen zijn de grote steden goed met elkaar verbonden (stedelijk netwerk).

In veel niet westerse landen zijn veel mensen maar in 1 stad gaan wonen...

Slide 7 - Diapositive

Primate City
  • Veel ontwikkelingslanden hebben één megastad, een primate city
  • Een primate city is veel groter dan tweede stad van het land
  • Een primate city ligt vaak aan de kust
  • Voorbeeld 1: Bangkok in Thailand is 16 keer zo groot als tweede stad van het land

Slide 8 - Diapositive

Urbanisatie

Slide 9 - Diapositive

Steden vergelijken
Samen lezen..

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Quiz-time

Slide 15 - Diapositive

Wat is geen kenmerk van een stad?
A
Een groot aantal functies voor het gebied rond de stad
B
Hoge bebouwingsdichtheid
C
Een heel klein deel werkt in de primaire sector
D
Heeft altijd meer dan 20.000 inwoners

Slide 16 - Quiz

Kenmerken van een gebied waarin een stad ligt noem je ...
A
situation
B
site
C
megastad
D
primate city

Slide 17 - Quiz

Een primate city
A
Heeft altijd meer dan 8 miljoen inwoners
B
Is altijd de hoofdstad
C
Is verre weg de grootste stad in een land
D
Ligt altijd aan de kust

Slide 18 - Quiz

Een hoog urbanisatietempo heeft niets te maken met
A
Een geboorte overschot
B
migratie
C
krottenwijken
D
zakencentra

Slide 19 - Quiz

In suburbs wonen ...
A
mensen in krottenwijken
B
mensen met een hoog inkomen

Slide 20 - Quiz

Wat is niet waar over het CBD?
A
Het betekent Central Business District
B
Er zijn veel chique winkels
C
Het is een zakencentrum
D
De vroegere bewoners zijn daar blijven wonen

Slide 21 - Quiz

Mensen en bedrijven trekken weg naar plaatsen buiten de stad
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-urbanisatie
D
Verstedelijking

Slide 22 - Quiz

Een stad die bestaat uit een westers en een niet-westers stadsdeel.
A
Koloniale dubbelstad
B
Megastad
C
Randstad
D
Primate City

Slide 23 - Quiz

Een megastad vind je bijna altijd in de periferie
A
waar
B
niet waar
C
dat kan je niet zeggen

Slide 24 - Quiz

Kenmerken van een plaats die samenhangen met zijn ligging ten opzichte van andere plaatsen.
A
site
B
situation
C
primate city
D
megastad

Slide 25 - Quiz

Een groep van steden die onderling met elkaar verbonden zijn
A
Primate city
B
Wereldstad
C
Stedelijk netwerk
D
Stedelijk gebied

Slide 26 - Quiz

Van buiten naar binnen komen we in een moderne westerse stad de volgende wijken tegen:
A
CBD-oudere woonwijken-voorsteden
B
Voorsteden-oudere woonwijken-CBD
C
Voorsteden-CBD-Binnenstad
D
Voorsteden-CBD-oudere woonwijken

Slide 27 - Quiz

Laatste vraag:
Wat is geen kenmerk van een krottenwijk?
A
Overbevolking
B
Werkloosheid
C
Kleine informele sector
D
Slechte voorzieningen

Slide 28 - Quiz