1.1 Brits kolonialisme in Amerika - Deel II

Noordelijke staten waren tegen slavernij, omdat ....
A
bedreiging vrije arbeiders
B
teveel concurrentie van zuidelijke staten
C
overlast gevluchte slaven
D
ze waren niet tegen, maar voor slavernij
1 / 23
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Noordelijke staten waren tegen slavernij, omdat ....
A
bedreiging vrije arbeiders
B
teveel concurrentie van zuidelijke staten
C
overlast gevluchte slaven
D
ze waren niet tegen, maar voor slavernij

Slide 1 - Quiz

1.1 Brits kolonialisme in Amerika (1585-1833)

Slide 2 - Diapositive

Herhaling vorige les

Slide 3 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun  je uitleggen:
- hoe de Engelsen meededen aan de trans-Atlantische driehoekshandel, 
- en hoe de slavenhandel en de slavernij werden afgeschaft.

Slide 4 - Diapositive

Wat is geen gevolg van de invloed van de Verlichting?
A
Ontstaan van streven naar onafhankelijkheid van de kolonisten
B
Ontstaan van het absolutisme
C
Ontstaan van het streven naar volkssoevereiniteit
D
Ontstaan van het abolitionisme

Slide 5 - Quiz

Uitleg nieuwe lesstof
- Afschaffing van de slavenhandel en slavernij

Slide 6 - Diapositive

Trans Atlantische slavenhandel
1650: vraag naar suiker neemt toe in Europa
In het Caribisch gebied ( Barbados, Jamaica) gaat men tabak vervangen voor suikerplantages 
Werk wordt gedaan door zwarte slaven uit Afrika

Slide 7 - Diapositive

Royal African Company

Royal African Company krijgt in 1672 monopolie op de slavenhandel

Slide 8 - Diapositive


Slide 9 - Diapositive

Waarom was de Verlichting van belang voor de afschaffing van de slavernij?
A
Omdat de koning zo niet meer alle macht had
B
Omdat alle mensen gelijk geboren zijn
C
Omdat ze slavernij goed vonden
D
Omdat de verlichting door veel slaven werd gebruikt.

Slide 10 - Quiz

Deze afbeelding past
bij...
A
absolutisme
B
verlicht absolutisme
C
hofstelsel
D
abolitionisme

Slide 11 - Quiz

Afschaffing slavenhandel en slavernij
18e eeuw: Abolitonisme
gevolg: slavenopstanden op Caribische eilanden

Brits parlement besloot tot:
1. 1807: verbod op slavenhandel
2. 1833: verbod op slavernij in Britse Rijk


Slide 12 - Diapositive

Gevolg voor Britse plantages:
1. kostenstijging: lonen uitbetalen
2. Cubaanse en Braziliaanse suiker werden goedkoper
(daar was nog wel slavernij)

Slide 13 - Diapositive

Slavernij in de VS
Volgens onafhankelijkheidsverklaring waren alle burgers gelijk

Maar slavernij bleef

1787: Noordelijke staten schaften slavernij af
1807: Slavenhandel verboden in gehele V.S.

Zuidelijke staten:
Slavernij bleef bestaan (kinderen van slaven)
Katoenplantages bloeiden (industrie GB)

Slide 14 - Diapositive

Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865)
Abraham Lincoln werd president van de VS - Abolitionist (1860)

Zuidelijke staten wilden zich afscheiden

Gevolg: oorlog tussen noord en zuid
Noorden won (1865)
Slavernij ook in zuiden afgeschaft


Emancipatie van de tot slaaf gemaakten

Slide 15 - Diapositive

Vanaf welk jaar vond de emancipatie van de tot slaaf gemaakten in de zuidelijke staten plaats?
A
1807
B
1865
C
1833
D
1787

Slide 16 - Quiz

1.2 Britse heerschappij in India - 1775-1890

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Gebieden die ooit in handen van de Portugezen zijn geweest.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Gebruik maken van bronnen

Slide 21 - Diapositive

Bron: Door de slavernij
'Door de slavernij gingen Europeanen hun ras beter vinden. Mede daardoor gingen ze over tot de verovering en kolonisatie van Afrika in de 19e eeuw. Dit gevoel van meerderwaardigheid woekert nog steeds in ons midden'.

Lees bovenstaande bron. Waarover gaat deze bron?
A
over een directe oorzaak van slavernij
B
over een gevolg op kort termijn van slavernij
C
over een indirecte oorzaak van slavernij
D
over gedrag en ideeën van mensen in het verleden.

Slide 22 - Quiz

Deze opdracht gaat over onderzoeksvragen die je over de slavernij kunt stellen.

Welke vraag is een voorbeeld van een VERKLARENDE onderzoeksvraag?
A
Welke argumenten voerden de abolitionisten aan voor de afschaffing van de slavernij?
B
Waarom werd de slavernij door Nederland dertig jaar later afgeschaft dan door Groot-Brittannië?
C
Welke economische gevolgen had de afschaffing van de slavernij voor het zuiden van de VS?
D
Zou het goed zijn als de Nederlandse regering de nakomelingen van de slaven excuses zou aanbieden?

Slide 23 - Quiz