Herhaling H4: Van stad naar megastad

Goedemorgen!
Start je IPad alvast op en log in op Lessonup



1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen!
Start je IPad alvast op en log in op Lessonup



Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
1. Huiswerk controleren
2. Herhaling heel H4 door middel van vragen via LessonUp
3. Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
• Weet je welk klimaat Gambia heeft.
• Weet je welke natuurlandschappen Gambia heeft.
• Heb je een beeld van de cultuur in Gambia.

Huiswerk controle

Slide 3 - Diapositive

Korte instructie + verwerken
Wat moet je doen? Maak de herhaling van H4.4 op blz 162
Lees tijdens het maken de tekstblokjes van 4.4 om antwoord te geven op de vragen

                   Hoelang? 10 minuten

                  Met wie? Met je buurman/buurvrouw

Klaar? Lees vanaf blz 132 alle blokjes met leerstof tot aan blz 161 als voorbereiding op het samenvatten
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Welke grote verandering vond er plaats rond het jaar 1000?
A
Boeren gingen rondtrekken op zoek naar grond.
B
Er gingen veel mensen in Europa dood door ziektes.
C
Op het platteland nam de bevolkingsdichtheid toe.
D
Rondom de markt kwamen steeds meer mensen wonen.

Slide 5 - Quiz

Boeren hadden een betere ploeg uitgevonden, waarmee ze grond konden bewerken.

De mest werd beter verdeeld en de grond vruchtbaarder.

Ouders konden nu kiezen om meer kinderen te nemen. Er was voedsel genoeg.

Daardoor verdubbelde de bevolking.

De oogst van boeren was groter. Zo kwam er meer voedsel voor mensen.

Slide 6 - Question de remorquage

Om alles te kunnen verkopen moet er voldoende _____________ zijn naar deze producten.

Slide 7 - Question ouverte

Een schout is...
A
een burgemeester
B
een edelman
C
een burger
D
een inwoner van een stad

Slide 8 - Quiz

Stadsbewoners kregen stadsrechten. Wat hoorde daarbij?
A
bouwen van een stadsmuur
B
een eigen bestuur
C
een goed inkomen
D
een beroep hebben

Slide 9 - Quiz

De verschillende delen van Nederland rond het jaar 1400 werden ... genoemd.

A
provincies
B
gewesten

Slide 10 - Quiz

Afbeelding 1

Slide 11 - Diapositive

Bekijk afbeelding 1.
Door ... loopt nu een landsgrens.
A
Holland
B
Henegouwen
C
Brabant

Slide 12 - Quiz

Bekijk afbeelding 1.
Het grondgebied van Nederland was in die tijd ... dan het grondgebied nu.

A
kleiner
B
groter

Slide 13 - Quiz

Bekijk afbeelding 1.
Het gebied dat we nu... noemen bestond nog niet.

A
Drenthe
B
Flevoland

Slide 14 - Quiz

Wat zijn overeenkomsten tussen de tijd van toen en de tijd van nu?
A
Vraag en aanbod bepalen wat er op de markt te koop is.
B
Producten worden vooral door ambachtslieden gemaakt.
C
Handelaren maken winst door producten te kopen en weer te verkopen.
D
Bestuurders van een stad worden betaald door het belastinggeld van de burgers.

Slide 15 - Quiz

Wat veranderde rond het jaar 1300 als je kijkt naar de macht in een land?
A
De geestelijken verloren de macht in de kerk.
B
Koningen huurden eigen ridders en kregen daardoor meer macht.
C
Ridders kregen meer te zeggen en werden machtiger.
D
Steeds meer edelen namen de macht over van de koning.

Slide 16 - Quiz

Afbeelding 2

Slide 17 - Diapositive

Bekijk afbeelding 2. Vanuit dit paleis werd het hele land bestuurd. Hoe heet dit?
A
centralisatie
B
democratie
C
provocatie
D
regionalisatie

Slide 18 - Quiz

Als burgers hun mening mogen geven, krijgen ze
A
inspraak
B
rechten

Slide 19 - Quiz

1 In de middeleeuwen, de tijd die duurde van ________ tot ________, had de kerk __________________ macht.
2 De meeste mensen waren ____________________________ .
3 Geestelijken leerden de mensen dat ze in de _______________ zouden komen als ze goed zouden leven.
4 Mensen die niet christelijk waren, werden vaak _____________________ .

beboet
christenen
gestraft
hel
hemel
moslims
veel
weinig
500
1000
1500

Slide 20 - Question de remorquage

Als een koning overlijdt volgt zijn oudste zoon of dochter hem op.

Waarom waren er voor een koningin vaak veel partners om uit te kiezen?
A
De koningin was de mooiste vrouw in het land.
B
Door een huwelijk kreeg je ook macht over het gebied.
C
Iedereen wilde wel graag in een paleis wonen.
D
Je hoefde dan niet te werken want er was geld zat.

Slide 21 - Quiz

Afbeelding 3

Slide 22 - Diapositive

Bekijk afbeelding 3. Welk geloof had deze strijder?
A
Christen
B
Moslim

Slide 23 - Quiz

1 In 1095 riep de Paus ____________________ op om gewapend naar Jeruzalem te trekken om de __________________________ te verdrijven.
2 De paus beloofde iedereen die meehielp een plek in de _______________ 
3 Deze tochten van gewapende mensen worden ____________________________________ genoemd.
4 Uiteindelijk wisten de ____________________ de strijd te winnen.

Azië
christenen
de Arabische wereld
Europa
hel
hemel
kruistochten
moslims
moslims

Slide 24 - Question de remorquage

Veel voorzieningen
Weinig voorzieningen
Mensen wonen dicht bij elkaar
Meer dan 10.000 inwoners
Minder dan 10.000 inwoners
Veel gebouwen

Slide 25 - Question de remorquage

Noteer een kenmerk van een stad.

Slide 26 - Question ouverte

Vlaardingen is een stad.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Eind 19e eeuw. Kwamen steeds meer fabrieken 
Mensen gingen in deze fabrieken werken.
 

Mensen gingen in deze steden wonen en kregen ook veel kinderen

Daardoor groeide de steden

Slide 28 - Question de remorquage

Wat betekent: Urbanisatie

Slide 29 - Question ouverte

Stad bekend over heel de wereld. Veel internationale bedrijven en banken.

Meer dan 10 miljoen inwoners. 
Vaak zit de regering daar. 

Slide 30 - Question de remorquage

Het centrum met wolkenkrabbers met daarin kantoren en dure winkels.

Arme mensen die hun eigen huizen bouwen, langs het spoor of bij een snelweg.

Mensen  wonen vaak aan de rand van de stad.
Hier kunnen ze in een groter huis wonen.
 

Slide 31 - Question de remorquage

Amsterdam
Rotterdam
Den Haag
Utrecht

Slide 32 - Question de remorquage

Amsterdam
Groene Hart
Rotterdam
Den Haag
Utrecht

Slide 33 - Question de remorquage

Wat zijn de vier grootste steden van de Randstad?

Slide 34 - Question ouverte

Vlaardingen ligt in de Randstad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Oude binnenstad
19e -eeuwse wijken
hoogbouwwijken
laagbouwwijken
VINEX wijken
bedrijventerrein

Slide 36 - Question de remorquage

Wat betekent: het renoveren van huizen?

Slide 37 - Question ouverte

Korte instructie + verwerken
Wat moet je doen? Maak de verdieping van H4.4 op blz 163

        Hoelang? 5 minuten

    Met wie? Met je buurman/buurvrouw

Klaar? Lees vanaf blz 132 alle blokjes met leerstof tot aan blz 161 als voorbereiding op het samenvatten
timer
5:00

Slide 38 - Diapositive

Korte instructie + verwerken
Wat moet je doen? De leerstof van H4 samenvatten

        Hoelang? 10 minuten

    Met wie? Met je buurman/buurvrouw

Klaar? Kom het aan mij laten zien
timer
10:00

Slide 39 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
• Weet je welk klimaat Gambia heeft.
• Weet je welke natuurlandschappen Gambia heeft.
• Heb je een beeld van de cultuur in Gambia.

Wat moet je leren voor de toets?
Topo toets

Slide 40 - Diapositive