Didactiek 4.4.les demi de haze

• Didactiek
• MBO
• Studiejaar 1

Didactiek 4.4

Hoofdstuk 8: Beroep en organisatie

Paragraaf 8.1: Jouw plek in de organisatie

Lesdoelen 4.4

• De student weet hoe de organisatiestructuur van de stageschool eruit ziet en kan dit in een organogram zetten.
  
• De student is zich al enige tijd bewust van de taken die horen bij de functie onderwijsassistent en kan nu duidelijke voorbeelden geven of hij goed past binnen deze functie.

Paragraaf 8.1.

Wat weet je al over de
organisatiestructuur van je stageschool?

Afdelingen van de stageschool 

De afdelingen van de stageschool zijn onder andere: directie, administratie, leerkrachten en onderwijsassistenten.

Jouw plek in de organisatie 

• Beroepsprofiel: wat je moet kunnen en wat je moet doen (competenties). 
• Beroepshouding: de houding die van je wordt verwacht in het werkveld 
• Beroeps en gedragscodes en vastgestelde regels. 

Jouw plek in de organisatie 

• Respect voor culturele en geloofsachtergronden
• Je houdt vertrouwelijke informatie geheim
• Je bent bereid na scholing te volgen
• Je maakt geen misbruik van je macht over kinderen
• Je houdt privé en werk zoveel mogelijk gescheiden 

Organogram:

1. Ja, ik weet wat dat is!
2. Ik heb er wel eens van gehoord.
3. Ik heb geen idee?

Wat is een organogram?

Structuur van een organisatie, waarin duidelijk wordt gemaakt welke verschillende functies er bestaan in de organisatie. 

Wie zijn de volgende mensen?

Directeur, Voorzitter raad van Bestuur, Onderwijsmanager, docent?

In een zelfsturend team regelen de mensen op de werkvloer zelf de taken?

1. Waar
2. Niet waar

Lezen

Lees bladzijde 291: zelfstuderende teams. 

Zelfsturende teams 

Wat zie jij hiervan terug op stage? 

Wat versta jij onder een sociale kaart?

Eindopdracht

1. Zoek op de website van jouw organisatie het organogram op. Hoe zit dit in elkaar? Omschrijf het met je eigen woorden. Maak van jouw stageschool een organogram en vermeld daarbij de taken en functies. 

2. Als je het stuk over beroepscode en gedragscode leest. Weet jij hoe dat op jouw stageschool in elkaar zit? Bespreek dit met je stagebegeleider en voeg een foto toe.

Beschrijf een stukje waarin jij laat zien wat jij belangrijk vindt voor een beroeps/gedragscode. 

3. Lees de functie omschrijving en omschrijf in je eigen woorden wat jouw taken al zijn op stage. Laat goed zien wát je allemaal al doet. Maar geef ook aan wat je graag zou willen doen, waarvan je denkt dit al best te kunnen. 

Volgende week

Hoofdstuk 8 Beroep en organisatie

Paragraaf 8.2. Werk en ethiek