2. OB // de 5 vormen van astigmatisme, verstrooiingsfiguur

• Oog en bril
• MBO
• Studiejaar 1

Planning periode 4

Dit is een voorlopige planning, deze kan nog wijzigen.

Lesweek	Onderwerp
Week 1	Astigmatisch oog, hoornvlies & lensastigmatisme, graad van astigmatisme, verschillende vormen van astigmatisme.
Week 2	Samengesteld myoop, enkelvoudig myoop, gemengd astigmatisme, enkelvoudig hypermetroop, samengesteld hypermetroop.
Week 3	Scheef astigmatisme, astigmatisch oog & correctie, sferische correctie.
Week 4	Astigmatische oogfout, h.a. verandering, cilinderassen.
Week 5

Vandaag

	week 2
Leerdoelen:	Aan het einde van de week kan je: - uitleggen wat samengesteld myoop astigmatisme is. - uitleggen wat enkelvoudig myoop astigmatisme is. - uitleggen wat gemengd astigmatisme is. - uitleggen wat enkelvoudig hypermetroop astigmatisme is. - uitleggen wat samengesteld myoop astigmatisme is. - berekenen hoever de brandlijnen van het netvlies afliggen. - het begrip verstrooiingsfiguur uitleggen. - het verstrooiingsfiguur berekenen. - a.d.h.v. de vuistregel bepalen waar de brandlijnen liggen.
Theorieboek:	Bladzijde 11 tot en met 30.
Huiswerkopdrachten	Opdrachten 19 tot en met 40.

Vorige week

wat weten jullie nog?

1. Welke vorm van astigmatisme heeft dit oog?
2. Is het volgens of tegen de regel?
3. Wat is de cilindersterkte?

1. Welke vorm van astigmatisme heeft dit oog?
2. Is het volgens of tegen de regel?
3. Wat is de cilindersterkte?

Astigmatisme wat veroorzaakt wordt door het hoornvlies, noemen we ook wel ...

1. uitwendig astigmatisme
2. inwendig astigmatisme
3. scheef astigmatisme
4. gemengd astigmatisme

Samengesteld myoop astigmatisme

Enkelvoudig myoop astigmatisme

Gemengd astigmatisme

Enkelvoudig hypermetroop astigmatisme

Samengesteld hypermetroop astigmatisme

Samengesteld myoop astigmatisme

• Beide hoofdrichtingen zijn te sterk voor de lengte van het oog.

> F oog > 60 dpt.

> Beide richtingen zijn myoop.

// volgens of tegen de regel?

de hoogste sterkte ligt in de verticale richting (90 graden), dus het is volgens de regel.

Voorbeeld 1

Er valt een evenwijdige bundel op het volgende oog:

- L = 0 dpt

- F90 = +64 dpt

- F180 = +62 dpt

- de optische ooglengte = 22,5 mm.

a) hoeveel mm ligt l'90 achter het hoofdvlak (H)?

b) hoeveel mm ligt l'180 achter het hoofdvlak?

Voorbeeld 1

Hoe ver liggen de brandlijnen van het netvlies af?

• in de 90 richting is de sterkte 64 dpt >> de brandlijn ligt 21,09 mm achter het hoofdvlak.
• in de 180 richting is de sterkte +62 dpt >> de brandlijn ligt 21,77 mm achter het hoofdvlak.

De richting van de brandlijn staat altijd loodrecht op de sterkte die hem veroorzaakt.

>> sterkte 90 graden = brandlijn in de 180 graden.

>> sterkte 180 graden = brandlijn in de 90 graden.

Verstrooiingsfiguur

Op het netvlies ontstaat geen puntvormige afbeelding.

Op het netvlies bevindt zich een verstrooiingsfiguur.

>> vorm van een ellips.

>> verticaal.

>> altijd de vorm van de brandlijn die het dichtstbij

      het netvlies ligt.

Verstrooiingsfiguur

Verstrooiingsfiguur

Aan de hand van vuistregel 1 kun je de grootte van het verstrooiingsfiguur berekenen.

Vuistregel 1:

per dpt ametropie is het verstrooiingsfiguur 0,1 mm in doorsnede als de pupil 5,7 mm is:

grootte verstrooiingsfiguur = ametropie x 0,1

Voorbeeld 2

Bereken het verstrooiingsfiguur.

opdracht

maak opdracht 21 + 22

Verstrooiingsfiguur

De grootte van het verstrooiingsfiguur wanneer de pupildiameter niet 5,7 mm is.

Grootte verstrooiingsfiguur = (pupilgrootte / 5,7 ) x ametropie x 0,1

Opdracht

Maak opdracht 23 + 24 + 25.

Enkelvoudig myoop astigmatisme

Eén hoofdrichting is emmetroop, de andere 

hoofdrichting is myoop.

> één brandlijn ligt op het netvlies.

> één brandlijn ligt voor het netvlies.

// volgens of tegen de regel?

// welke vorm heeft het verstrooiingsfiguur?

Ligging van de brandlijnen

In de buurt van het netvlies kun je een vuistregel toepassen om de ligging van de brandlijnen t.o.v. het netvlies te bepalen.

>> bij 1,5 dpt ametropie is de afstand van de brandlijn tot het netvlies (afgerond op 1 decimaal)            0,6 mm.

      Bij 1 dpt is de afstand 0,6 / 1,5 = 0,4 mm

Per dpt ametropie ligt een brandlijn of brandpunt 0,4 mm van het netvlies.

Opdracht

Maak opdracht 26 + 27.

Gemengd astigmatisme

Eén hoofdrichting is myoop, de andere

hoofdrichting is hypermetroop.

> één brandlijn ligt voor het netvlies.

> één brandlijn ligt achter het netvlies.

// volgens of tegen de regel?

// welke vorm heeft het verstrooiingsfiguur?

Zuiver gemengd astigmatisme

Bij zuiver gemengd astigmatisme ligt de voorste brandlijn net zover voor het netvlies als de achterste brandlijn achter het netvlies ligt.

Bijvoorbeeld:

in de 90 graden = +62 dpt

in de 180 graden = +58 dpt

Bij zuiver astigmatisme is het verstrooiingsfiguur op het netvlies altijd zuiver rond.

Enkelvoudig hypermetroop astigmatisme

Eén hoofdrichting is emmetroop, de andere

hoofdrichting is hypermetroop.

> één brandlijn ligt op het netvlies.

> één brandlijn ligt achter het netvlies.

// volgens of tegen de regel?

// welke vorm heeft het verstrooiingsfiguur?

Samengesteld hypermetroop astigmatisme

Beide hoofdrichtingen zijn hypermetroop.

> beide brandlijnen liggen achter het 

    netvlies.

// volgens of tegen de regel?

// welke vorm heeft het verstrooiingsfiguur?

Opdracht

Maak opdracht 19 tot en met 40.

Vandaag

	week 2
Leerdoelen:	Aan het einde van de week kan je: - uitleggen wat samengesteld myoop astigmatisme is. - uitleggen wat enkelvoudig myoop astigmatisme is. - uitleggen wat gemengd astigmatisme is. - uitleggen wat enkelvoudig hypermetroop astigmatisme is. - uitleggen wat samengesteld myoop astigmatisme is. - berekenen hoever de brandlijnen van het netvlies afliggen. - het begrip verstrooiingsfiguur uitleggen. - het verstrooiingsfiguur berekenen. - a.d.h.v. de vuistregel bepalen waar de brandlijnen liggen.
Theorieboek:	Bladzijde 11 tot en met 30.
Huiswerkopdrachten	Opdrachten 19 tot en met 40.