1. Volledige zinnen maken

Volledige zinnen
Blz. 218
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Volledige zinnen
Blz. 218

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel
Aan het eind van de les kun je volledige zinnen maken met een onderwerp, een persoonsvorm en het juiste leesteken.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volledige zinnen
Een onderwerp
Een persoonsvorm
Leesteken


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een zin?
Een zin heeft in elk geval een persoonsvorm en een onderwerp.


Lisa voetbalt.
Lisa voetbalt met haar vrienden.
Lisa heeft gisteren gevoetbald op het veldje in de buurt.

Slide 4 - Diapositive

Definieer wat een zin is en geef voorbeelden van zinnen en niet-zinnen.
Hoofdletter aan het begin
Elke zin begint met een hoofdletter.

Slide 5 - Diapositive

Leg uit waarom het belangrijk is om een hoofdletter aan het begin van een zin te gebruiken en laat voorbeelden zien.
Punt aan het einde
Elke zin eindigt met een punt.

Slide 6 - Diapositive

Leg uit waarom het belangrijk is om een punt aan het einde van een zin te gebruiken en laat voorbeelden zien.
Interpunctie
Interpunctie zijn leestekens zoals punten, komma's, vraagtekens en uitroeptekens.
In een boek staat veel interpunctie, anders begrijpen we niet wat de schrijver wil zeggen.

Slide 7 - Diapositive

Introduceer het concept van interpunctie en leg uit wat de verschillende leestekens betekenen.
Vraagzinnen
Vraagzinnen eindigen met een vraagteken.

Slide 8 - Diapositive

Laat voorbeelden zien van vraagzinnen en leg uit hoe ze verschillen van gewone zinnen.
Uitroeptekens
Uitroeptekens worden gebruikt om een sterke emotie uit te drukken.

Slide 9 - Diapositive

Leg uit wanneer uitroeptekens worden gebruikt en laat voorbeelden zien.
Maak een zin met ...
hond en blaffen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met ...
dokter en zwemmen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin die eindigt op....
een punt

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin die eindigt op....
een vraagteken

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin die eindigt op....
een uitroepteken

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk
Maak opdracht 3, 4, 5 (in je boek)
Klaar? Maak opdracht 6 in je schrift. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions