2T 5.2 Gemiddelde snelheid

5.2 Gemiddelde snelheid
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

5.2 Gemiddelde snelheid

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen van paragraaf 5.2
1. Je kunt de formule voor gemiddelde snelheid toepassen.
2. Je kunt een gemiddelde snelheid in m/s omrekenen naar km/h.
3. Je kunt de formule van gemiddelde snelheid omwerken zodat je er de afgelegde afstand of de benodigde tijd mee kunt berekenen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Grootheden en eenheden
In de natuurkunde en scheikunde hebben we het vaak over grootheden en eenheden. Hieronder staat een lijstje van wat me met een grootheid en met een eenheid bedoelen:

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De formule voor gemiddelde snelheid



In deze les gebruiken we voor afstand de eenheden meter en kilometer, voor tijd gebruiken we de eenheden seconden en uren

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groot- en eenheden lijst snelheid!
Let op! De eenheden die bij elkaar horen hebben dezelfde kleur!

Slide 6 - Diapositive

Staat een foutje in de tabel: afkorting van meter is kleine letter m. 
Een rekenvoorbeeld
Een atlere loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken haar gemiddelde snelheid

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een rekenvoorbeeld
Een atlere loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken haar gemiddelde snelheid.
Gegeven

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een rekenvoorbeeld
Een atlere loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken haar gemiddelde snelheid.
Gegeven
Gevraagd

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een rekenvoorbeeld
Een atlere loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken haar gemiddelde snelheid.
Gegeven                                                                                   / mag je lezen als 'per'
Gevraagd
Uitwerking:                                                                            

 = 100 meter/10,8  seconden = 9,3 meter/seconden

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een rekenvoorbeeld
Een atlere loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken haar gemiddelde snelheid.
Gegeven
Gevraagd
Uitwerking:                                                                            

 = 100 meter/10,8  seconden = 9,3 meter/seconden = 9,3 m/s

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een atleet loopt 500 meter in 50 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid
A
10 m/s
B
0,1 m/s
C
2500 m/s
D
25 m/s

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Van m/s naar km/h
Waarschijnlijk zegt de snelheid in meters per seconden je niet zo veel. Om snelheid uit te drukken gebruiken we vaak kilometers per uur


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel seconden zitten er in een uur?
A
60
B
1000
C
360
D
3600

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel meter past in een kilometer
A
10
B
100
C
1000
D
10000

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Van m/s naar km/h
Als je van meter per seconde naar kilometer per uur wilt gaan, doe je de volgende berekening:
1. Als ik 1 meter in 1 seconde kan afleggen, kan ik  3600 meter in 3600 seconden afleggen. Dat is 3600 meter in 1 uur
2. 3600 meter is 3,6 kilometer. 
Als mijn snelheid 1 m/s is, beweeg ik met 3,6 km/h

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van m/s naar km/h
Van m/s naar km/h doe je dus door 
1. x 3600
2. /1000

(Of in één keer: x3,6)

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld omrekenen naar km/h

Als je 5 meter per seconde loopt betekent dit dat je elke seconde 5 meter aflegt, dus 5 meter keer 3600 seconden om te weten hoeveel je per uur in meter aflegt. Wil je het dan weten in kilometers moet je delen door 1000, want 1 km is 1000 meter. 
Dus 5x3600 = 18 000 m per uur.
18 000 : 1000 = 18 km per uur.

Dit kan ook makkelijker: 
  • m/s  --->  km/h   -----> x 3,6  
  • km/h  --->  m/s ---> : 3,6         (want 3600 : 1000 = 3,6).

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Dejan fietst met een snelheid van 5,5 m/s, hoeveel km/h is dat?
A
5,5 x 3600 / 1000= 19,8
B
5,5
C
5,5 x 1000 / 3600 = 1,53
D
55

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Van gemiddelde snelheid terug naar afstand
Als je de gemiddelde snelheid en de tijd weet, kun je de afstand uitrekenen. Denk zelf eerst eens na over de volgende vraag:

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik fiets met 15 km/h naar school, daar doe ik een uur over. Hoeveel km moet ik fietsen?
A
5 km
B
15 km
C
30 km
D
1,5 km

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afstand berekenen
Het gedeeld door streepje in km/h mag je lezen als het woordje 'per'.
Als ik 15 km/h fiets, fiets ik dus 15 kilometer per uur
Dan reken ik dus uit: snelheid x tijd = 15 km/h x 1 h = 15 km

De formule voor afstand is 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tom rijdt een flinke afstand op zijn racefiets. Na drieënhalf uur fietsen kijkt hij op zijn fietscomputer. Hij ziet dat zijn gemiddelde snelheid 28 km/h is.
Welke afstand heeft Tom in drieënhalf uur afgelegd?
A
28 / 3,5 = 8 km
B
28 / 3,5 x 3,6 = 28,8 km
C
28 x 3,5 = 98 km
D
28 x 3,5 x 3,6 = 352,8 km

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Video om het thema te introduceren. 
Wat kan ik doen als ik een onderdeel nog niet helemaal begrijp?

  • De dia's die lastig zijn nog een keer doornemen.
  • Opdrachten uit het boek nog een keer maken of online boek nog een keer maken.
  • Filmpjes kijken over het onderwerp dat je moeilijk vindt.
  • De praktijk opdracht maken over 5.1 en 5.2.
  • Vragen stellen op Classroom of aan de docent tijdens de les.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 2 
Opdrachten 1 t/m 10 blz 22,23 24
timer
15:00

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions