Les 10 K2 Montag Grammatik

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Du hast 2 min für:

• Schulmaterialen auf dem Tisch

Das Programm

• Rückblick K2
• Grammatik 
• An die Arbeit!

Die Lernziele:

1. Am Ende der Stunde kenn ich die Personal Pronomen.
2. Am Ende der Stunde kann ich die Verben ''haben'' und ''sein''  im Präsens konjugieren

maandag 7 okt      dinsdag 8 okt                      woensdag 9 okt

DU m. H2 E Grammatik opdr. 18,19,20,22,23,24, 27 + leren K2

Wiederholung

Das Verb sein

Kombiniere die Personalpronomen mit der richtigen Form des Verbes

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

seid

sind

bin

sind

bist

ist

Geef de vertaling van:
die Verwandten

1. de familieleden
2. de verjaardag
3. het cadeau
4. het gezin

Geef de vertaling van:
wählen

1. waaien
2. misschien
3. kiezen
4. zonder

Geef de vertaling van:
het meisje

Geef de vertaling van:
ohne

1. ophalen
2. blij zijn
3. belangrijk
4. zonder

Geef de vertaling van:
de ouders

Geef de vertaling van:
der Enkel

1. de reden
2. de grond
3. de enkel
4. het kleinkind

'haben' 'sein' und ('werden')

Dat zijn de werkwoorden hebben, zijn en worden. Deze heb je in bijna iedere zin nodig. 

Geen ezelsbruggetje --> Stampen!

Uitleg?

Voordat je met de oefeningen aan de slag gaat, kun je de uitleg video's bekijken over de werkwoorden haben, sein en werden.

Opdracht: Haben und sein

Vul de juiste vorm in.

1. Wir _______________ eine Katze.
2. ______________ ihr Hunger?
3. ___________ du die Tochter von Herrn Maier
4.  Meine Adresse _____________  Hausmannsallee 112.
5. Die Kinder ___________ nicht gefrühstückt (= ontbeten).
6. _____________ du meine Handynummer (= telefoonnummer)?

An die Arbeit!

Was?	Kapitel 2: S. 46 E Grammatik: Aufgaben: 18,19,20,22,23,24,27
Wie?	individuell, in deinem Buch
Wie lange?	20 Minuten
Hilfe?	Wenn du Hilfe brauchst, benutze die Lernliste auf Seite 64/65
Fertig?	Lernen: alles vom Kapitel 2

Zijn de leerdoelen bereikt?

Tevreden

Ontevreden

Verrast

Geleerd

Ontdekt