V1 Leesvaardigheid 34

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom V1AT

10 minuten lezen

Programma

1. 10 minuten lezen
2. Huiswerkopdrachten bespreken in groepjes
3. Leesvaardigheid 34
4. Afsluiting en vooruitblik

Huiswerkopdrachten bespreken in groepjes

• Je wordt ingedeeld in een groepje van 3 of 4. 
• Bespreek samen de huiswerkopdrachten. 
• Jullie krijgen hier 10 minuten de tijd voor. 

Even testen: hoe is een tekst opgebouwd?

Had je de tijd goed ingeschat voor de huiswerkopdrachten?

ja

nee

zo ongeveer

Leesvaardigheid 34

Doel: Je leert wat illustratief en functioneel beeld is en hoe je het leest.

Verschillende soorten taal

Bij het begrip 'taal' denken we al snel aan woorden en zinnen waarmee we een boodschap kunnen overbrengen. 

Er zijn echter veel meer soorten taal: denk aan lichaamstaal, gebarentaal en programmeertaal. 

Vandaag gaan we het hebben over beeldtaal. 

Beeldtaal

Met beeldtaal bedoelen we dat we illustraties gebruiken om onze boodschap over te brengen. Dit kan op verschillende manieren. 

Illustratief: hiermee wordt een beeld gecreëerd bij de boodschap in de tekst; 

Functioneel: hierbij brengt het beeld zelf een boodschap, een stukje nieuwe informatie, bij de tekst. 

Drie soorten 

1. illustratief

2. functioneel

3. schema's of tabellen

illustratief

• versterkt de boodschap
• ondersteunt de tekst 
• weergave van de sfeer
• maakt tekst aantrekkelijker

 bijv. bij nieuwsartikelen

functioneel

• vervangt tekst 
• visuele weergave van de boodschap
• door plaatje direct duidelijk

schema's/tabellen

• snel informatie opzoeken
• geschreven informatie of getallen

Een verkeersbord is

1. illustratief beeld
2. functioneel beeld
3. schema/tabel

Een foto bij een voetbalverslag in de krant is

1. illustratief beeld
2. functioneel beeld
3. schema/getal

Bekijk de beelden op pagina 139 van je boek bij opdracht 1. Geef aan of ze illustratief of functioneel zijn. Leg je antwoord uit.

Zoek in Nederlands boek een voorbeeld van een illustratief beeld. Noteer het paginanummer.

Bekijk de tabel op pagina 139 van je boek bij opdracht 4. Wat is je score als je 1600 meter gelopen hebt in de coopertest?

Afsluiting en vooruitblik

Volgende les: maandag 5 juni

• Huiswerk: maken opdr. 7, 8 en 9 (p. 140-141) + leren theorie p. 50, 52, 54, 56, 58, 60, 110, 112, 114, 116, 118, 120, 170, 172, 174, 176, 178 en 180 + aantekeningen
• Meenemen: LAPTOP, leesboek, boek, schrift en pen
• Programma: oefenen leesvaardigheid/taalverzorging