Intro economie Inkomen en welvaart
1 / 13
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Bij het vak economie gaat het vaak over behoeften die mensen hebben. Je noodzakelijke behoeften zoals voeding, kleding en woonruimte noem je ............................. behoeften. Daarnaast heb je behoeften om je leven aangenamer te maken. Dit zijn je .................................. behoeften. Als je in je behoeften voorziet door iet ste kopen, dan ben je aan het ..........................
Primaire
Consumeren
Secundaire
Slide 3 - Question de remorquage
Maak je iets voor eigen gebruik, zoals je eigen kleding of sieraden, dan doe je aan ...............................
Om in je behoeften te voorzien heb je ........................... nodig: tijd en geld. maar vaak heb je die te weinig om in al je behoeften te voorzien. Wat je koopt, wordt voor een deel bepaald door anderen. Zo is er ..................... beïnvloeding als vrienden jou overhalen earpods te kopen, terwijl jij nog tevreden was met je oude oortjes.
Middelen
Zelfvoorziening
sociale
Slide 4 - Question de remorquage
Fabrikanten en winkeliers willen zoveel mogelijk producten verkopen. Daarom proberen ze jou met ...................... beïnvloeding over te halen iets te kopen. De reclame die bedrijven maken voor hun product is ........................ reclame. Reclame die mensen laten nadenken over problemen in de maatschappij is ............................... reclame. Voor onpartijdige informatie over producten en over je rechten als consument kun je bij ............................ terecht.
Ideële
commerciële
commerciële
consumentenorganisaties
Slide 5 - Question de remorquage
Opdr 1:
Behoeften kun je verdelen in ........................... behoeften zoals eten en een dak boven je hoofd en ................................. behoeften die het leven aangenamer maken.
secundaire
primaire
Slide 6 - Question de remorquage
Opdr 2. Armin voert een discussie met zijn vader. Armin vindt zijn telefoon een primaire behoefte. Volgens zijn vader is het een secundaire behoefte. Geef een argument voor de mening van Armin.
Slide 7 - Question ouverte
Opdr 3. jarno wil naar de bioscoop. De kosten van een kaartje zijn geen probleem voor hem. Welk ander middel heeft Jorno nog meer nodig?
A
Behoeften
B
Geld
C
Consumptie
D
Tijd
Slide 8 - Quiz
In welk geval is het repareren van je broek zelfvoorziening?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Opdr 5. Is de afbeelding een voorbeeld van commerciële of ideële reclame?
A
Commerciële
B
ideële
Slide 11 - Quiz
Opdr 7. De gewone ticketprijs voor een festival is €95. Als je op tijd je ticket bestelt, krijg je 15% vroegboekkorting. Bereken wat je dan voor je ticket betaalt.
Slide 12 - Question ouverte
Opdr 8. Een elektrische step kost normaal €249. Je krijgt nu €35 korting. Hoeveel procent korting krijg je? Rond af op één decimaal.
