Persoonlijk voornaamwoorden

1.4 Hallo, hoe gaat het?
Het persoonlijk voornaamwoord
Ik - jij - hij - zij - wij - jullie- zij 
1.4 Hallo, hoe gaat het?

Het persoonlijk voornaamwoord

Wie, wie, wie?
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 1-5

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

1.4 Hallo, hoe gaat het?
Het persoonlijk voornaamwoord
Ik - jij - hij - zij - wij - jullie- zij 
1.4 Hallo, hoe gaat het?

Het persoonlijk voornaamwoord

Wie, wie, wie?

Slide 1 - Diapositive

Ik heet Rosa
Rosa
ik
Ik ben Rosa.

Slide 2 - Diapositive

ik
Jij zit in de klas.
jij

Slide 3 - Diapositive

Saïd
Saïd is mijn broer.
Hij is mijn broer.
Saïd loopt naar de supermarkt. 
Hij loopt naar de supermarkt.
ik
hij
jij

Slide 4 - Diapositive

Lisa
ik
hij
jij
Lisa is mijn zus.
Zij is mijn zus.
Lisa zit op de grond.
Zij zit op de grond.
zij

Slide 5 - Diapositive

Rosa + Lisa
ik 
hij
jij
Ik ben Rosa.
Lisa is mijn zus.
Zij is mijn zus.
Lisa en ik zitten op de grond.
Wij zitten op de grond.
zij
wij

Slide 6 - Diapositive

Jij + jij + jij maken deze les.
Jullie maken deze les. 
ik
hij
zij
wij
jullie
jij

Slide 7 - Diapositive

Papa en mama staan daar.
Zij staan daar. 
ik
hij
zij
wij
jullie
jij
zij

Slide 8 - Diapositive

Lees het verhaal

Slide 9 - Diapositive

Mijn naam is Rosa,
Rosa is 15 jaar.
Rosa woont in Berlaar.
Daar woont Rosa in een huis.
Rosa heeft één zus.
Mijn zus heet Lisa.
Lisa en Rosa praten graag met elkaar.
Lisa en Rosa houden ook van muziek luisteren.

Slide 10 - Diapositive

Schrijf nu niet meer de namen. 
Schrijf nu de persoonlijk voornaamwoorden.

Slide 11 - Diapositive

Mijn naam is Rosa.
(1) ben 15 jaar.
(2) woon in Berlaar.
Daar woon (3) in een huis. 
(4) heb één zus. 
Mijn zus heet Lisa.
Lisa en ik (= 5) praten graag met elkaar.
Lisa en ik (= 6) houden ook van muziek luisteren.  
1
2
3
4
5
6

IK

IK

IK

IK

WIJ

WIJ

Slide 12 - Question de remorquage

Dit is mijn broer Saïd,
Saïd is 17 jaar.
Saïd gaat naar de supermarkt.
Daar koopt Saïd chips.
Saïd houdt veel van chips.
Rosa houdt niet van chips.
Mijn zus ook niet.
Lisa en Rosa eten liever chocolade.

Slide 13 - Diapositive

Dit is mijn broer Saïd,
(1) is 17 jaar.
(2) gaat naar de supermarkt.
Daar koopt (3) chips.
(4) houdt veel van chips.
Rosa (= 5) houdt niet van chips.
Mijn zus ook niet.
Lisa en ik (= 6) eten liever chocolade.

1
2
3
4
5
6

HIJ

HIJ

HIJ

HIJ

WIJ

IK

Slide 14 - Question de remorquage

Ik ben Rosa. Ik woon met Saïd en Lisa in één huis.
A
Wij wonen in één huis.
B
Hij woont in één huis.
C
Zij wonen in één huis.
D
Jullie wonen in één huis.

Slide 15 - Quiz

Ik ben Rosa. Saïd is mijn broer.
A
Zij is mijn broer.
B
Wij zijn mijn broers.
C
Hij is mijn broer.
D
Jij bent mijn broer.

Slide 16 - Quiz

Ik ben Rosa. Saïd en Rosa zijn mijn broer en zus.
A
Zij is mijn broer en zus.
B
Wij zijn mijn broer en zus.
C
Zij zijn mijn broer en zus.
D
Jullie zijn mijn broer en zus.

Slide 17 - Quiz

Maak zelf een zin

Slide 18 - Diapositive

Wij.......

Slide 19 - Question ouverte

Hij.......

Slide 20 - Question ouverte

Jullie.......

Slide 21 - Question ouverte