Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Eten en verteren
Slide 1 - Diapositive
Doel van de les
Je leert welke weg je eten door je lichaam neemt en je leert wat voedsel verteren is.
Slide 2 - Diapositive
Een mindmap
Wat weten we al over de weg van het voedsel in ons lichaam?
Slide 3 - Diapositive
De weg van ons voedsel
Slide 4 - Carte mentale
Belangrijk om even te herhalen:
Voedingsmiddelen koop je in de winkel zoals kaas, boter, brood, melk en fruit. In voedingsmiddelen zitten voedingsstoffen zoals mineralen, vetten, vitamines en zetmeel.
Slide 5 - Diapositive
Waar gaat je voedsel langs?
We kijken ook even naar de pop
Slide 6 - Diapositive
Waar komt het voedsel NIET langs?
A
Maag
B
Darmen
C
Hart
D
mond
Slide 7 - Quiz
Je mond
Voedsel begint natuurlijk bij je mond. Je mond doet 2 belangrijke dingen:
1. kauwen -> je maakt het voedsel daarmee klein.
2. speeksel toevoegen -> breekt sommige voedingsstoffen in kleinere stukjes. Dit heet verteren (zie volgende dia)
Slide 8 - Diapositive
Hoe wordt je voedsel verteerd?
Sommige voedingsstoffen in ons voedsel kunnen we zo gebruiken. Dit zijn: water, mineralen en vitaminen.
Eiwitten, vetten en koolhydraten zijn groter en moeten eerst kleiner gemaakt worden.
Het kleinmaken van voedingsstoffen noemen we verteren.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Welke belangrijke dingen gebeuren er in je mond met het eten?
A
Sommige voedingsstoffen in kleinere stukjes breken
B
Voedingsstoffen uit je eten halen
C
Water uit je eten halen
D
Kleinere stukjes maken van je eten
Slide 11 - Quiz
Je slokdarm
Je slokdarm brengt het voedsel van je mond naar je maag.
Slide 12 - Diapositive
Je maag
Maagspieren:
kneden het voedsel
Maagsap
dood bacteriën
verteert eiwitten
Slide 13 - Diapositive
Wat gebeurt er NIET in je maag?
A
Voedsel wordt verteerd
B
eten wordt gekneed
C
Er wordt water uit het voedsel gehaald
D
Bacteriën worden doodgemaakt
Slide 14 - Quiz
Twaalfvingerige darm, lever en alvleesklier
Twaalfvingerige darm:
Hier komen een hele hoop buisjes samen die stofjes bij het eten gooien.
Lever maakt gal:
Dit maakt het vet in je eten kleiner
Alvleesklier maalt alvleessap:
Dit maakt eiwitten, vetten en koolhydraten kleiner
Slide 15 - Diapositive
Wat komt er na de maag?
A
hart
B
twaalfvingerige darm
C
hersenen
D
nieren
Slide 16 - Quiz
Dunne darm
Alle stappen hiervoor hebben de voedingsstoffen in hele kleine stukjes gehakt. De dunne darm haalt alle stukjes uit het voedsel en stopt ze in het lichaam.
Slide 17 - Diapositive
Dikke darm
Onze dunne darm haalt heel veel uit het voedsel, maar geen water. Dat doet de dikke darm voor ons.
Slide 18 - Diapositive
Endeldarm
Ons eten is nu het hele lichaam door. In de endeldarm wordt het restje bewaard tot we naar de WC toe gaan.