H10.4 Verbanden en grafieken

    Welkom
💼 Neem je boek, schrift en schrijfspullen voor je
📖 Leg je boek open op blz 128.
      Laat je ipad maar in je tas

DEZE LES:
H10.4 Verbanden en grafieken.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

    Welkom
💼 Neem je boek, schrift en schrijfspullen voor je
📖 Leg je boek open op blz 128.
      Laat je ipad maar in je tas

DEZE LES:
H10.4 Verbanden en grafieken.

Slide 1 - Diapositive

oefenen 
uitleg 
  lesprogramma
nakijken 
§10.3 opd: 16 t/m 21
Hoe controleer ik of een formule bij een grafiek hoort
-
aan de slag 
Zelfstandig opdrachten verwerken. 
huiswerk
voorkennis 
Ik herken verschillende verbanden
§10.4 af

Slide 2 - Diapositive

        Nakijken

Slide 3 - Diapositive

Wat leer je in deze paragraaf?

Ik herken verschillende verbanden.

Ik kan van verschillende verbanden een tabel invullen.

Ik kan van verschillende verbanden de grafiek tekenenen.

Ik kan narekenen of een punt op de grafiek ligt


        leerdoelen

Slide 4 - Diapositive

Stapgrootte
.



Voorkennis
Lineair verband
  • Een formule die bestaat uit een startgetal en een hellingsgetal heet een lineair verband een voorbeeld:   K = 4a + 7
  • Wanneer je de grafiek van een lineair verband is de grafiek een rechte lijn
  • In de tabel van een lineair verband zie je regelmaat

Slide 5 - Diapositive

Stapgrootte
.



Voorkennis
Kwadratische formule
  • Een formule met daarin een kwadraat heet een kwadratische formule
     een voorbeeld:
  • Wanneer je de grafiek van een kwadratische 
      formule  tekent wordt dat een parabool
hoogte=3a22a+1
  • In de tabel van een kwadratische formule zie je symmetrie

Slide 6 - Diapositive

Stapgrootte
.



uitleg 
Wortelverband
Een formule met een letter onder het wortelteken noem je een wortelverband.
Een voorbeeld:                                 of   







* Kijk bij een wortelverband goed wat er wel en niet onder de wortel staat.
y=2×x6
k=100a
De grafiek ziet er een beetje uit als een wortel.








Slide 7 - Diapositive

Sleep de formules en de grafieken naar het juiste verband.
lineair verband
kwadratisch verband
wortelverband
y=4x+2
y=x²-3

Slide 8 - Question de remorquage

Welk verband hoort er bij deze formule
A
lineair
B
kwadratisch
C
omgekeerd evenredig
D
wortel

Slide 9 - Quiz

Welk verband hoort er bij
deze grafiek?
A
lineair verband
B
kwadratisch verband
C
wortelverband
D
exponentieel verband

Slide 10 - Quiz

Welk verband hoort
er bij deze grafiek?
A
Lineair verband
B
Wortel verband
C
Kwadratisch verband
D
Dat kun je niet weten

Slide 11 - Quiz

Hoe kies je de formule bij een grafiek?







  • Kijk naar de woordjes in bij de assen. Komt dit overeen met je formule?

  • Kijk naar het begingetal (waar de grafiek de y-as raakt)

  • Reken na met de coördinaten in je grafiek. Maak 2 berekeningen.
formule bij grafiek
uitleg 

Slide 12 - Diapositive

Kies de juiste formule bij de grafiek








  • Kijk naar de woordjes in bij de assen. Komt dit overeen met je formule?
  • Kijk naar het begingetal (waar de grafiek de y-as raakt)
  • Reken na met de coördinaten in je grafiek. Maak 2 berekeningen.
formule bij grafiek
uitleg 
verdiensten = -2 + 10 x aantal
Verdiensten = 10 + 5 x aantal
Verdiensten = -2 + 5 x aantal
Aantal = 10 + 5 x verdiensten
Aantal = -2 + 10 x  aantal

Slide 13 - Diapositive

Kies de juiste formule bij de grafiek








  • Kijk naar de woordjes in bij de assen. Komt dit overeen met je formule?
  • Kijk naar het begingetal (waar de grafiek de y-as raakt)
  • Reken na met de coördinaten in je grafiek. Maak 2 berekeningen.
formule bij grafiek
uitleg 
cijfer = 8 + 0,75 x aantal
cijfer = 10 - 0,75 x aantal
aantal = 8 + 0,75 x cijfer
aantal = 10 + 0,75 x cijfer


Slide 14 - Diapositive

werk door tot de bel 
Huiswerk 
Mk: opd 22 t/m 28
Lees de theorie op blz 133. goed door.

Maak daarna opd. o26 en u7
Werk fluisterend binnen je tafelrij

Schrijf de berekeningen die je gebruikt op in je schrift.

Slide 15 - Diapositive