Woordenschat vmbo TET 4

Woordenschatquiz 4

Iets chronologisch weergeven.

1. dwars door elkaar
2. als een lange opsomming
3. in de juiste tijdsvolgorde

Die kunstenaar is een charlatan.

1. Iemand die door iedereen geprezen wordt.
2. Iemand die de boel oplicht.
3. Iemand die steeds nieuwe thema´s kiest.

Na die vaccinatie was zij enkele dagen ziek.

1. operatie
2. inenting
3. besmetting

Iemand op rantsoen stellen.

1. Iemand een vastgestelde hoeveelheid van iets (bv. eten) geven
2. Iemand oppakken en in een cel stoppen.
3. Iemand laten voelen dat het ernst is.

Door integratie van buitenlanders wordt de situatie er beter op.

1. Het tot een geheel maken of het opnemen in een geheel.
2. Het in delen uiteen vallen.
3. Ongehuwd samenwonen.

Met haar raffinement krijgt zij alles voor elkaar.

1. gevoel voor humor
2. schoonheid/uitstraling
3. doortraptheid/sluwheid

Kennis van computerprogramma's is een pre.

1. voorwaarde
2. pluspunt
3. noodzaak

We deden er veel aan, maar het heeft nochtans niets opgeleverd.

1. helaas
2. evenwel
3. tot nu toe

Mag ik een paar suggesties doen om dat plan te verbeteren?

1. voorstellen
2. wensen
3. oefeningen

Het verschil is klein, maar wel significant.

1. bekend
2. begrijpelijk
3. veelbetekenend

Bij dat boek hoort een supplement.

1. ontwerp
2. aanvulling
3. uitleg

Jodenhaat roept bij mij antipathie op.

1. afkeer
2. medelijden
3. nare herinneringen

In welke branche werk jij?

1. afdeling
2. bedrijfstak
3. winkel

Dat schip liep averij op.

1. wateroverlast
2. de bemanning kwam in opstand (bv. tegen slechte omstandigheden)
3. schade

Een mooie collectie schilderijen.

1. verzameling
2. vervalsing
3. veiling

Wat is de consequentie van die keuze?

1. de reden
2. de prijs
3. het gevolg

Met welke valuta ga je betalen?

1. pinpas
2. munteenheid
3. briefgeld

Het concept van die tekst is klaar.

1. uitwerking
2. ontwerp
3. drukproef

Het duplicaat mag je houden.

1. restant
2. origineel
3. afschrift

Wij vragen dispensatie aan.

1. schadevergoeding
2. ontheffing
3. vergunning