Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
4.4 Frequentietabel en histogram
Laptop opstarten en aanmelden lesson up
Rekenmachine
Schrift en etui
Agenda en boek
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Aan het eind van de les
Ik kan een frequentietabel maken.
Ik kan bij een frequentietabel een histogram maken
Slide 2 - Diapositive
Lijndiagram
Staafdiagram
Cirkeldiagram
Slide 3 - Question de remorquage
In het cirkeldiagram zie je 5 delen. Hoe heet 1 zo een deel?
A
procent
B
percentage
C
sector
D
profiel
Slide 4 - Quiz
Hoe bereken je een hoek van een sector bij een cirkeldiagram?
A
geheeldeel⋅100
B
geheeldeel⋅180
C
nieuwoud⋅100
D
geheeldeel⋅360
Slide 5 - Quiz
Bekijk de cirkeldiagram. Uit welk land importeren we het meest?
A
Duitsland
B
België
C
China
D
Verenigd Koninkrijk
Slide 6 - Quiz
Begrippen
Waarnemingsgetallen: de getallen die je onderzoekt
bijvoorbeeld: leeftijden, aantal broers of zussen, schoenmaten
Frequentie: hoe vaak een waarnemingsgetal voorkomt.
Frequentietabel: tabel bij de waarnemingsgetallen en de bij behorende frequentie
Slide 7 - Diapositive
Frequentie tabel maken
leeftijden in klas v2:
Slide 8 - Diapositive
In de frequentietabel hiernaast staan de cijfers die de leerlingen van klas 2A gekregen hebben voor een presentatie. De cijfers noemen wij de waarnemingsgetallen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
In de frequentietabel hiernaast staan de cijfers die de leerlingen van klas 2A gekregen hebben voor een presentatie.
Hoe vaak komt het cijfer 6 voor?
A
1
B
2
C
6
D
11
Slide 10 - Quiz
In de frequentietabel hiernaast staan de cijfers die de leerlingen van klas 2A gekregen hebben voor een presentatie.
Welk cijfer heeft de frequentie 1
A
4 en 10
B
5
C
6
D
8
Slide 11 - Quiz
Staafdiagram
Histogram
Slide 12 - Diapositive
Wat zijn de verschillen tussen een staafdiagram en een histogram?
Slide 13 - Carte mentale
Histogram tekenen
Staafdiagram bij een frequentietabel.
Staven staan tegen elkaar
Midden onder elke staaf staan de waarnemingsgetallen
De frequenties staan langs de verticale as
Slide 14 - Diapositive
Hoeveel keer zijn er 5 auto's per minuut binnen gereden
A
7
B
8
C
9
D
10
Slide 15 - Quiz
Hoeveel keer zijn er minder dan 2 auto's per minuut binnen gereden?