Economie wat heb je nodig herhaling

Hoofdstuk 1
'Wat heb je nodig?'


Oefentoets
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1
'Wat heb je nodig?'


Oefentoets

Slide 1 - Diapositive

Brood is een basisbehoefte.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Als ik mijn boodschappen ga doen bij de AH. Hoe noem je deze uitgaven?
A
Huishoudelijke uitgaven
B
Incidentiele uitgaven
C
Vaste lasten

Slide 3 - Quiz

Rond af:
€ 16,321
A
€ 16,32
B
€ 16,33

Slide 4 - Quiz

Rond af:
€ 23,457
A
€ 23,45
B
€ 23,46

Slide 5 - Quiz

In de week geef je € 7,- uit aan lekkere dingen, op school of bij de Jumbo.
Hoeveel geef je per maand uit?

Slide 6 - Question ouverte

Noem een
soort inkomen

Slide 7 - Carte mentale


Hoe noem je dit?
A
Smaaktest
B
consumenten- organisatie
C
Budgetteren
D
Vergelijkend Warenonderzoek

Slide 8 - Quiz

Noem een voorbeeld van een consumentenorganisatie.

Slide 9 - Question ouverte

Als jij een bepaalde telefoon koopt omdat de verkoper in de winkel je overtuigt dat dat de beste telefoon is dan noem je dat...
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding

Slide 10 - Quiz

Als jij een bepaald merk mobiele telefoon wil omdat je vriend ook zo'n telefoon heeft, dan noem je dat...
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding

Slide 11 - Quiz

Samen met een vriend ga jij naar een nieuwe school. Jij krijgt een nieuwe Cortina, jouw vriend een elektrische fiets.

Slide 12 - Diapositive

De keuze voor het verschil in de fiets heeft te maken met...
A
Budget
B
Geslacht
C
Leeftijd

Slide 13 - Quiz

Goederen en diensten kopen om in je behoefte te voorzien noem je....

Slide 14 - Question ouverte

Een I-phone is een basisbehoefte.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Basisbehoeften
Overige behoeften
Vakantie
Auto
Spijkerbroek
Telefoon
Brood
Huis

Slide 16 - Question de remorquage

Noem voorbeelden
van goederen

Slide 17 - Carte mentale

Hoe noteer je het volgende geldbedrag op een goede manier?

Dertien honderd en achtenzestig euro en 50 cent

Slide 18 - Question ouverte

Wat is geen vorm van consumeren?
A
Je kweekt zelf andijvie
B
Je koopt zelf een fiets
C
Je bestelt een cola in de bar
D
Je gaat naar de kapper

Slide 19 - Quiz

Bereken de gemiddelde prijs :
€ 5,50 / € 6,95 / € 7,50 / 4,75 / € 5,30
schrijf in euro's met 2 decimalen

Slide 20 - Question ouverte

De beste koop uit het vergelijkend warenonderzoek is:
A
Aldi
B
Merba
C
Lidl
D
Lu

Slide 21 - Quiz

Je favoriete vlogger eet elke vlog Doritos. Dit is een vorm van:
A
sociale beïnvloeding
B
commerciële beïnvloeding

Slide 22 - Quiz

Nu van € 480,-  voor €.........
25%
korting

Slide 23 - Diapositive

De rekening van mijn telefoon. Wat voor soort uitgave is dat?
A
Huishoudelijke uitgaven
B
Incidentiele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 24 - Quiz

Sjoerd krijgt € 65,- per maand.
Hoeveel heeft hij dan per week te besteden?

Slide 25 - Question ouverte

Huishoudelijke uitgaven
Incidentele uitgaven
Vaste lasten
Kibbelingen bij de visboer
Hypotheek  rente van je huis
Abonnement van de sportschool
Winterjas
Reparatie van de vaatwasser
Uit eten gaan

Slide 26 - Question de remorquage

Voor de toets
Leer de begrippen uit de tekstblokken
Kijk je huiswerk van het hoofdstuk goed na
Oefen met de rekenopdrachten
Schrijf de berekeningen volledig op

Succes!

Slide 27 - Diapositive