Periode 2 - wk. 45 - H.9.3+H. 5.3 Formuleren+ Sociale media

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       


-agenda, pen, schrift
-Chromebook (nog niet openen)


PAK JE
timer
2:00
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       


-agenda, pen, schrift
-Chromebook (nog niet openen)


PAK JE
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       
Maken:  
--> H.5.3 Sociale media: opdr. 14, 15, 16, 17
SCHRIJF IN JE AGENDA
Huiswerk woensdag:

Slide 2 - Diapositive

T
A
A
L
V
O
U
T
J
E
S

Slide 3 - Diapositive

Welkom!

Nederlands
periode 2

Slide 4 - Diapositive

Vrijdag 11 november

Wat gaan we doen?    

  • Presentaties indelen in de planner
  • Theorie signaalwoorden
  • Werktijd


       

Slide 5 - Diapositive

Tekstverbanden

Slide 6 - Diapositive

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 7 - Diapositive

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

VOORBEELD OPSOMMING

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • ten eerste, ten tweede, ten slotte
  • om te beginnen
  • ook (nog)
  • verder
  • en
  • dubbele punt (:)
  • liggende streepje (-)
  • getallen (1, 2, 3)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

 VOORBEELD TEGENSTELLING

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • tegenover
  • maar
  • hoewel
  • echter
  • toch
  • aan de ene kant ... aan de andere kant



Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Redengevend tekstverband
De schrijver geeft een reden, bijvoorbeeld waarom hij een bepaalde mening heeft. --> 'ik vind..., omdat....' (betoog)

signaalwoorden: omdat, want, daarom

Slide 17 - Diapositive

Oom Ben mag geen cake eten, want hij is op dieet.
Redengevend tekstverband

Slide 18 - Diapositive

Theorie
H. 5.3 Formuleren
--> overzicht Stijlregels

Slide 19 - Diapositive

Naar de online methode
H. 7.3 Formuleren

Slide 20 - Diapositive

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag 

--> H.9 Formuleren: opdr. 20
--> H.5.3 Sociale media: opdr. 14, 15, 16, 17


Wat?

Met wie?

Hulp?

Klaar?



Zelfstandig
Vraag je buur of steek je vinger op
timer
20:00

Werk in je duo het bouwplan van je presentatie uit (zie onderaan de opdracht in de classroom).
 

Slide 21 - Diapositive