Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 4 Nederlandse Opstand
Slide 1 - Diapositive
Waaraan denk je bij het woord Bourgondiërs?
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Vidéo
Zelfstandig werken
Werk zelfstandig aan de opdrachten die je hebt gekregen.
Dit zijn 1, 3, 4 en 5 van 4.2
Overleggen met anderen is niet toegestaan.
Muziek mag, als het je helpt concentreren, maar zorg dat het je niet afleidt. Je werkt verder in stilte.
Als je klaar bent, ga je verder met onderstaande vraag:
Filips de Stoute kreeg door zijn huwelijk met Margaretha van Male het gewest Vlaanderen in handen. Noem een ander voorbeeld van hoe huwelijkspolitiek heeft bijgedragen aan gebiedsuitbreiding, en leg uit waarom dit zo effectief was.
timer
15:00
Slide 4 - Diapositive
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Uit delen van welke landen bestonden de Lage Landen in de tijd van de Bourgondiërs? Slepen maar!
De Lage Landen.
België
Duitsland
Luxemburg
Nederland
Frankrijk
Engeland
Polen
Spanje
Slide 5 - Question de remorquage
Wat deden de Bourgondiërs wel/niet om hun grondgebied te vergroten?
Wel
Niet
Erfenissen
Huwelijkspolitiek
Hertogen vermoorden
Veroveringen
Verdragen maken
Samenwerken
Slide 6 - Question de remorquage
Wat hoort bij wat?
Centralisatie
Particularisme
Steden mogen zelf hun regels bepalen
Één bestuur voor heel Nederland.
Slide 7 - Question de remorquage
Slide 8 - Vidéo
Centralisatie
Particularisme
Wat hoort bij wat?
Een centraal bestuur
Bestuur bij gewesten zelf
Filips de Goede
Eigen wetten en regels in gewest
Statenvergaderingen
Eigen munten
Slide 9 - Question de remorquage
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Tijd voor een overzicht van de familie van Maria.
Sleep de juiste zinnen naar de juiste Bourgondiër.
Flilips de goede
Karel de Stoute
Isabella van Bourbon
Maximiliaan van Oostenrijk
Moeder van Maria.
Vader van Maria.
Opa van Maria.
Man van Maria.
Heeft de Staten-Generaal opgericht.
Voerde veel dure oorlogen.
Vorst van het Habsburgse Rijk.
Slide 10 - Question de remorquage
Zelfstandig werken
Werk zelfstandig aan de opdrachten die je hebt gekregen.
Dit zijn 7 en 9 van 4.2
Overleggen met anderen is niet toegestaan.
Muziek mag, als het je helpt concentreren, maar zorg dat het je niet afleidt. Je werkt verder in stilte.
Als je klaar bent, ga je verder met onderstaande vraag:
Filips de Goede stelde stadhouders aan en organiseerde de eerste Staten-Generaal. Leg uit hoe beide maatregelen bijdragen aan centralisatie en waarom dit niet populair was bij de gewesten.
timer
7:00
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Zelfstandig werken
Werk zelfstandig aan de opdrachten die je hebt gekregen.
Dit zijn 10 en 11 van 4.2
Overleggen met anderen is niet toegestaan.
Muziek mag, als het je helpt concentreren, maar zorg dat het je niet afleidt. Je werkt verder in stilte.
Als je klaar bent, ga je verder met onderstaande vraag:
Oefenopgave: Kijk naar de bepalingen uit het Groot Privilege. Noem twee bepalingen en leg uit hoe deze bepalingen ervoor zorgden dat de gewesten meer macht kregen.
timer
10:00
Slide 13 - Diapositive
Gebruik de tekst en bron 9.
Met de ondertekening van het Groot Privilege wordt de centralisatiepolitiek van Maria van Bourgondië beperkt.
Noem twee bepalingen uit bron 9 en leg aan de hand van deze twee bepalingen uit waarom hiermee de centralisatie beperkt wordt.
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Vidéo
Waarom was het voor Karel V lastig om zijn wereldrijk te besturen?
Slide 16 - Question ouverte
Het grootste deel van het rijk van Karel V was opgebouwd uit gebieden die hij geërfd had. Deze gebieden vormden geen eenheid en dat maakte het besturen lastig. Om die reden startte Karel V met een centralisatiepolitiek.
Noem twee kenmerken van de centralisatiepolitiek van Karel V.
Slide 17 - Question ouverte
Gebruik de bron. Karel V vervolgde de protestanten in de Nederlanden. Wat gebeurde er met hen?
Slide 18 - Question ouverte
Zelfstandig werken
Werk zelfstandig aan de opdrachten die je hebt gekregen.
Dit zijn 1, 2 (niet de video kijken) en 3 van 4.3
Overleggen met anderen is niet toegestaan.
Muziek mag, als het je helpt concentreren, maar zorg dat het je niet afleidt. Je werkt verder in stilte.
Als je klaar bent, ga je verder met onderstaande vragen:
· Noem drie gebieden waar Karel V regeerde.
· Welke drie raden vormden samen de Collaterale Raden, en waar hielden ze zich mee bezig?
timer
10:00
Slide 19 - Diapositive
Geen centralisatie
Centralisatie
Privileges
Ieder gewest dezelfde belastingen
Ieder gewest zijn eigen bestuur.
Karel V en Filips II
1 hoofdstad: Brussel
Willem van Oranje
Slide 20 - Question de remorquage
Leg uit waarom de privileges van de gewesten in strijd waren met de centralisatie van Karel V.
Slide 21 - Question ouverte
Noem ten minste twee kritiekpunten die Luther had op de katholieke kerk
Slide 22 - Carte mentale
Slide 23 - Vidéo
Karel V
Maarten Luther
Welk begrip hoort bij welke persoon?
Ketters vervolgen
95 stellingen
Karel V
Reformatie
Denken vanuit de bijbel
Keizer, landheer en koning
Paus bepaalt
Katholiek
Protestant
Slide 24 - Question de remorquage
Religie
vervolgen
Dominee (predikant)
Hervorming (Reformatie)
calvinisme
Godsdienst, geloof
opsporen en gevangennemen
leider van een protestantse kerkdienst
protestants geloof volgens de ideeën van Calvijn
verandering waarbij christenen de katholieke kerk wilden veranderen en zich afsplitsen van deze kerk
Slide 25 - Question de remorquage
Zelfstandig werken
Werk zelfstandig aan de opdrachten die je hebt gekregen.
Dit zijn 4, 5 en 6 van 4.3
Overleggen met anderen is niet toegestaan.
Muziek mag, als het je helpt concentreren, maar zorg dat het je niet afleidt. Je werkt verder in stilte.
Als je klaar bent, ga je verder met onderstaande vragen:
·Leerdoel 2: Ik kan beschrijven welke invloed de Reformatie had op de samenleving in de Nederlandse gewesten in de tijd van Karel V. Oefenopgave: Gebruik de tekst en bron 3 (kaart van religieuze stromingen). Beantwoord:
· Noem twee verschillen tussen de lutheranen en calvinisten.
· Leg uit waarom de ideeën van Calvijn veel aanhang kregen in Nederland.
timer
10:00
Slide 26 - Diapositive
Luther en Calvijn waren allebei hervormers, maar toch verschillen zij op verschillende punten van mening.
Toon dat aan, door: Met behulp van de bron te verduidelijken welke opvatting Luther heeft over het recht van een koning om te besturen en (zonder bron) uit te leggen hoe Calvijn daarover dacht.
Slide 27 - Question ouverte
Slide 28 - Vidéo
Zelfstandig werken
Werk zelfstandig aan de opdrachten die je hebt gekregen.
Dit zijn 8 en 9 van 4.3
Overleggen met anderen is niet toegestaan.
Muziek mag, als het je helpt concentreren, maar zorg dat het je niet afleidt. Je werkt verder in stilte.
Als je klaar bent, ga je verder met onderstaande vragen:
Ik kan uitleggen waarom de bloedplakkaten en de inquisitie leidden tot onvrede in de Nederlandse gewesten. Oefenopgave: Lees de tekst over de bloedplakkaten en bekijk bron 5.
Beantwoord:
· Wat waren de bloedplakkaten, en wat was het doel ervan?
· Waarom leidden de bloedplakkaten tot geschokte reacties?
timer
10:00
Slide 29 - Diapositive
Beantwoord de vraag en kijk zelf na.
Leg uit waarom de bloedplakkaten en de inquisitie leidden tot onvrede in de Nederlandse gewesten. Betrek in je antwoord de ideeën van Calvijn en de centralisatiepolitiek van Karel V.
timer
5:00
Slide 30 - Question ouverte
Filips II volgde zijn vader Karel V op, hij wilde veel veranderingen doorvoeren. Welke veranderingen waren dat?
DE VERANDERINGEN
VAN FILIPS II
Filips II gaat in Madrid wonen
Filips II wil zijn rijk centraal vanuit Duitsland besturen
Filips II geeft de Nederlandse edelen meer macht
Filips II wil zijn rijk centraal vanuit Spanje besturen
Filips II vervolgde de katholieken
Filips II maakt zijn halfzus Margaretha voogdes der Nederlanden
Filips II vervolgde de protestanten
Filips II gaat in Amsterdam wonen
Filips II maakt zijn vrouw Margaretha voogdes der Nederlandenekst
Filips II geeft de Spaanse ambtenaren meer macht
Slide 31 - Question de remorquage
Voordelen van een centraal bestuur voor Filips II
Ambtenaren waren niet meer nodig.
De adel in de Nederlanden zou meer macht krijgen.
Filips II zou beter met de adel kunnen samenwerken.
Filips II zou beter met de adel kunnen samenwerken.
Filips II zou meer macht krijgen.
Overal zouden dezelfde regels gelden.
Slide 32 - Question de remorquage
Zelfstandig werken
Werk zelfstandig aan de opdrachten die je hebt gekregen.
Dit zijn 1, 2 en 3 van 4.4
Overleggen met anderen is niet toegestaan.
Muziek mag, als het je helpt concentreren, maar zorg dat het je niet afleidt. Je werkt verder in stilte.
Als je klaar bent, ga je verder met onderstaande vragen bij de leerdoelen:
Leerdoel 1: Ik kan de oorzaken van de onvrede onder de Nederlandse gewesten benoemen en uitleggen. Oefenopgave: Noem twee redenen waarom Filips II niet populair was in de Nederlandse gewesten. Leg uit hoe deze oorzaken bijdroegen aan de onvrede onder de Nederlandse edelen en burgers.
Leerdoel 2: Ik kan uitleggen wat het Smeekschrift der Edelen was en wat de gevolgen ervan waren. Oefenopgave: Leg uit wat het Smeekschrift der Edelen inhoudt. Noem één direct gevolg en één indirect gevolg van het Smeekschrift. Geef aan of deze gevolgen bedoeld of onbedoeld waren.
timer
15:00
Slide 33 - Diapositive
Waardoor groeide de ontevredenheid in Nederland?
Ontevredenheid groeide
Sleep onjuiste antwoorden in dit blok
Karel V wees Filips II aan opvolger.
De centralisatie-politiek werd voortgezet.
Filips II verhuisde van Brussel naar Spanje.
Filips II benoemde zijn halfzus als landvoogdes.
Filips II verkleinde de invloed van hoge adel.
Door de oorlogen waren de belastingen hoog.
De vrijheid van de stedelijke burgerij werd verkleind.
Protestanten werden fanatiek vervolgd.
De brandstapel draaide overuren
Slide 34 - Question de remorquage
Beantwoord de vraag en kijk zelf na.
Leg uit waarom Filips II onpopulair was in de Nederlandse gewesten en hoe dit leidde tot de Beeldenstorm. Gebruik in je antwoord de begrippen Smeekschrift der Edelen, Beeldenstorm en onvrede.