Taal - woordenschat herhalen

Welke woorden hebben wij
al geleerd?
1 / 6
suivant
Slide 1: Carte mentale
TaalBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 6 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welke woorden hebben wij
al geleerd?

Slide 1 - Carte mentale

Welke spreekwoorden hebben wij al geleerd? Wat betekenen deze?

Slide 2 - Question ouverte

Tijdens deze les...
  • Herhalen wij de themawoorden.
  • Leren wij elkaar overhoren.

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 1:
1. Schrijf de volgende woorden + betekenis over op een blaadje.
2. Ga in de gemaakte  tweetallen elkaar overhoren. 

Slide 4 - Diapositive

asielzoeker - iemand die gevlucht is uit zijn land en in een ander land vraagt om er te mogen wonen.   
emigratie - als mensen in een ander land gaan wonen. 
hulporganisatie - een groep mensen die hulp biedt aan mensen en landen met problemen. 
iemands achtergrond
- wat er eerder gebeurd is in iemands leven en waar iemand vandaan komt. 
immigratie - als mensen uit een ander land in Nederland komen wonen. 
maatschappij - alle mensen die samen in een land leven met hun eigen regels. 
nationaliteit - uit welk land je komt. 
nieuwkomer -  iemand die nog maar kort ergens is. 

ontvluchten - voor iets vluchten. 

tolerant
  - als je geduld hebt met andere mensen die anders denken. 

verblijfsvergunning
- toestemming die iemand moet hebben om te wonen en werken in een land. 

bedreigen - dingen zeggen om iemand bang te maken. 
bedreiging - als iets of iemand je bang maakt. 
beledigen - iets gemeens zeggen om iemand pijn te doen.  
complimenteren - zeggen wat iemand goed heeft gedaan. 
iemand iets bijbrengen
- iemand iets leren.  
manieren - hoe je je gedraagt.  
respect - het waarderen en goed behandelen van iemand.  
respecteren - iemand waarderen en goed behandelen. 
tutoyeren - 'jij' tegen iemand zeggen in plaats van 'u'. 
verzoek - de vraag om iets te doen of juist niet te doen.  
verzoeken - iemand vragen iets te doen of juist niet te doen.  
voor iemand klaarstaan
- er voor iemand zijn en diegene willen helpen. 

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 2:
1. Je krijgt een woordzoeker.
2. Zoek alle woorden van thema 1, markeer deze met een marker.
timer
1:00

Slide 6 - Diapositive