Les 8: 30-10-2023

WELKOM

Les 8
30-10-2023 
Katarina Hrnjez


1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2HBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

WELKOM

Les 8
30-10-2023 
Katarina Hrnjez


Slide 1 - Diapositive

Huiswerk nakijken

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • Thema 2: Boek opdracht 4
  • Thema 3 (online)
  • Boek: opdracht 1
  • Boek: opdracht 2
  • Boek: opdracht 3
  • Boek: opdracht 6
  • Grammatica: modale werkwoorden

Slide 3 - Diapositive

Boek: opdracht 4
Geef je mening bij elke zin. 

Licht je mening ook toe. 
Gebruik want of omdat en let op de woordvolgorde.

Slide 4 - Diapositive

Boek: opdracht 4

Ik heb niet veel vrienden nodig. 
Eén  echt goede vriend is genoeg.

Slide 5 - Diapositive

Boek: opdracht 4


Ik vertel alles aan mijn beste vriend(in).

Slide 6 - Diapositive

Boek: opdracht 4


Ik heb nooit ruzie met mijn vriend(en).

Slide 7 - Diapositive

Boek: opdracht 4


Met mijn vrienden lach ik, maar huil ik ook.

Slide 8 - Diapositive

Boek: opdracht 4


Ik vind mezelf een goede vriend(in).

Slide 9 - Diapositive

Boek: opdracht 4


Mijn vrienden zijn even belangrijk als mijn familie.

Slide 10 - Diapositive

Boek: opdracht 4

Ik vind het moeilijk om nieuwe vrienden te maken.

Slide 11 - Diapositive

NIEUW THEMA

Slide 12 - Diapositive

NIEUW THEMA
Je bereidt een gesprek bij de huisarts voor.
Je leest en praat over een doorverwijzing naar een specialist.
Je praat over stress.
Je leest over werken in de zorg.

Slide 13 - Diapositive

Thema 3


De docent leest de tekst voor.

Slide 14 - Diapositive

Thema 3
Wanneer gaan jullie  naar de huisarts? 
Maken jullie bijvoorbeeld meteen een afspraak als jullie ziek zijn, of wachten jullie nog even? 
Vinden jullie het moeilijk om over hun klachten te praten bij de huisarts?


Slide 15 - Diapositive

Thema 3
Lees nu zelf de tekst.

Zie je signaalwoorden in de tekst?
En wat betekenen de woorden de verwijsbrief en de specialist?
En de woorden: chronisch, beschrijven, formuleren en de diagnose?


Slide 16 - Diapositive

Thema 3
Chronisch                                                     
Hoesten                                                        
De meerderheid                                        
Vlot
De diagnose
De behandeling
Slechts
Mankeren
Voorschrijven
Verwachtingen
Afvragen

Slide 17 - Diapositive

Thema 3
De ... van de huisartsen adviseren om paracetamol te slikken.                                        
Ik ben ... beter geworden na de antibiotica kuur.
De dokter ... mij een recept ... om bij de apotheek op te halen.
Mijn opa schrok toen hij de ... longkanker kreeg.
Ik heb reuma. Ik heb last van .... pijn in mijn gewrichten.
Ik heb .... drie uur geslapen. Dat is veel te weinig.
Er klopt iets niet. Wat ... er?
Mijn vader is verkouden. Hij .... de hele dag.
Hij ging naar de huisarts met geen .....
De ...bij de fysiotherapeut duurt 30 minuten.
Vaak ... mensen zich ... of de dokter wel echt goed heeft gekeken.

Slide 18 - Diapositive

Thema 3
Er zijn twee soorten vragen.

  • Open vragen
  • Gesloten vragen (ja/nee-vragen)

Maak twee tabellen: open vragen - gesloten vragen.

Lees de tekst en schrijf de vragen in de juiste tabel.

Slide 19 - Diapositive

Thema 3
  • Hoe vaak ga jij naar de huisarts?
  • Bedenk je thuis alvast wat je tegen de dokter wilt zeggen? Probeer je antwoord uit te leggen.
  • Neem je iemand mee naar de huisarts? Zo ja, wie neem je mee? Waarom neem je die persoon mee?
  • Welke vragen stel je weleens aan de huisarts?
  • Welke vragen stelt de huisarts weleens aan jou?

Slide 20 - Diapositive

Boek: opdracht 1
Open je boek op bladzijde 212.

We gaan kijken naar taak 2. 
Lees de tekst.
Daarna bespreken we samen de tekst.

Slide 21 - Diapositive

Thema 3 (boek)

Bezeren
Zwellen
Verminderen
Nauwelijks
Leunen
Verwijzing
Kneuzen

Slide 22 - Diapositive

Boek: opdracht 2

Wat is de klacht van deze man?
Wat doet de dokter met zijn knie?
Wat besluit de dokter?
Wat vindt de man van het besluit?

Slide 23 - Diapositive

Grammatica: modale werkwoorden

  • moeten
  • kunnen
  • willen 
  • mogen 
  • hoeven 

Slide 24 - Diapositive

Grammatica: modale werkwoorden

Kies uit: moeten - mogen
Onder de 18 jaar ____ je geen alcohol drinken.
Je ___ eens luisteren naar de top 2000. Daar staan echt goede nummers tussen.
Zaterdag ben ik jarig. Als je zin hebt, __ je een stukje taart komen eten.
In deze straat ___ je niet harder rijden dan 60.
Hoeveel ___ ik bijdragen aan het cadeau?
Ik ___ minimaal een inkomen van 1800 euro per maand hebben. Anders kom ik niet rond.
___ ik je iets vragen? Hoeveel betaal jij eigenlijk voor je huis?
Heb je dat echt nodig? Anders ___ je het niet kopen.

Slide 25 - Diapositive

Grammatica: modale werkwoorden


Open het document in je mail.
Werk hier aan.

Slide 26 - Diapositive

Huiswerk
  • LINK thema 3, deel 1 en start met deel 2
  • LINK grammatica: 2.5 t/m 2.8, 2.10
  • Online document per mail (Modale werkwoorden)
  • Boek: blz. 214 t/m 217

Slide 27 - Diapositive