A1 komen en gaan en doen

komen- gaan- doen
https://www.bing.com/videos/riverview/relatedvideo?q=les+met+komen+en+gaan&mid=5B9C7C5F9CE6F221DB535B9C7C5F9CE6F221DB53&FORM=VIRE
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

komen- gaan- doen
https://www.bing.com/videos/riverview/relatedvideo?q=les+met+komen+en+gaan&mid=5B9C7C5F9CE6F221DB535B9C7C5F9CE6F221DB53&FORM=VIRE

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

de goede vorm van komen:

Mijn vader _____ uit Suriname.
A
komen
B
kom
C
komt
D
Kom

Slide 3 - Quiz


_____ jij vaak bij de slager?
A
komt
B
kom
C
Kom
D
komen

Slide 4 - Quiz


Jullie _____ op tijd in de les.
A
komen
B
komt
C
kom

Slide 5 - Quiz

De bus komt niet. Wij _______ te laat op school.
A
kom
B
komt
C
komen

Slide 6 - Quiz


Mijn broer en zus _____ uit Afrika.
A
kom
B
komen
C
komt

Slide 7 - Quiz

de goede vorm van gaan:

Mijn nichtje _____ naar school.
A
ga
B
gaan
C
gat
D
gaat

Slide 8 - Quiz


Ik ____ vaak naar de bioscoop.
A
ga
B
gaan
C
gaat

Slide 9 - Quiz

Julia... morgen naar de bakker.
A
ga
B
gaat
C
gaan

Slide 10 - Quiz

Yusuf en Maria zitten in de auto. Zij ... naar de verjaardag.
A
ga
B
gaan
C
gaat

Slide 11 - Quiz

Emma______zondag op vakantie.
A
gaan
B
ga
C
gaat

Slide 12 - Quiz

Ik _______ de appels in de zak.
A
doe
B
doet
C
doen

Slide 13 - Quiz

Mijn moeder _______ de cola in de koelkast
A
doen
B
doet
C
doe

Slide 14 - Quiz

De bus komt niet meer. Wij ... te laat op school.
A
kom
B
komt
C
komen

Slide 15 - Quiz

de goede vorm van komen:

Mijn vader _____ uit Suriname.
A
komen
B
kom
C
komt
D
Kom

Slide 16 - Quiz


_____ jij vaak bij de slager?
A
komt
B
kom
C
Kom
D
komen

Slide 17 - Quiz


Jullie _____ op tijd in de les.
A
komen
B
komt
C
kom

Slide 18 - Quiz

De bus komt niet. Wij _______ te laat op school.
A
kom
B
komt
C
komen

Slide 19 - Quiz


Mijn broer en zus _____ uit Afrika.
A
kom
B
komen
C
komt

Slide 20 - Quiz

de goede vorm van gaan:

Mijn nichtje _____ naar school.
A
ga
B
gaan
C
gat
D
gaat

Slide 21 - Quiz


Ik ____ vaak naar de bioscoop.
A
ga
B
gaan
C
gaat

Slide 22 - Quiz

Julia... morgen naar de bakker.
A
ga
B
gaat
C
gaan

Slide 23 - Quiz

Yusuf en Maria zitten in de auto. Zij ... naar de verjaardag.
A
ga
B
gaan
C
gaat

Slide 24 - Quiz

Emma______zondag op vakantie.
A
gaan
B
ga
C
gaat

Slide 25 - Quiz