M4 LessonUp Werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3,4

Werkwoordspelling

Programma Lessenserie

- Doelen

- Uitleg

- Aan het werk (extra oefenen)

- Evaluatie

M4 Werkwoordspelling

Herhaling en tips

Gebruik het schema op bladzijde 209 Nieuw Nederlands

Doelen

Aan het einde van deze lessenserie

- kun je persoonsvormen in de tt en vt juist spellen 

- kun je het voltooid deelwoord juist spellen

- kun je het onvoltooid deelwoord juist spellen

- kun je een bijvoeglijk naamwoord maken van een      

   voltooid deelwoord

Tegenwoordige tijd enkelvoud

Als de persoonsvorm (pv) in de tegenwoordige tijd staat, zijn er 3 mogelijkheden:

1. ik-vorm

2. ik-vorm + t

3. Hele werkwoord (bij meervoud)

Niet zeker? Gebruik het werkwoord lopen

ik	ik-vorm	jij?
jij	ik-vorm+t
hij/zij/u/het	ik-vorm+t
wij/jullie/zij	hele ww

Voorbeelden:

Vul de goede werkwoordsvormen in:

1. (houden) ... je broer van detectives of (herkennen) ... hij zich niet in politieagenten?

2. Ik (vinden) ... het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering (versturen) ...

3. Mijn wang (bloeden) ... altijd als ik mij (snijden) ... tijdens het scheren.

4. Je (geloven) ... toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek (bestellen) ...?

(houden) ... je broer van detectives of (herkennen) ... hij zich niet in politieagenten?

1. houdt / herkent
2. houdt /herkend
3. houd / herkent
4. houd /herkend

Ik (vinden) ... het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering (versturen) ...

1. vindt /verstuurd
2. vind / verstuurd
3. vindt / verstuurt
4. vind / verstuurt

Mijn wang (bloeden) ... altijd als ik mij (snijden) ... tijdens het scheren.

1. bloed /snijd
2. bloed / snijdt
3. bloedt /snijd
4. bloedt /snijdt

Je (geloven) ... toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek (bestellen) ...?

1. geloofd / bestelt
2. geloofd / besteld
3. gelooft / bestelt
4. gelooft / besteld

Antwoorden

1. Houdt je broer van detectives of herkent hij zich niet in politieagenten?

2. Ik vind het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering verstuurt. 

3. Mijn wang bloedt altijd als ik mij snijd tijdens het scheren.

4. Je gelooft toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek bestelt?

Werkwoorden in de vt

/

/

Dus:

     Zit de laatste letter van het hele werkwoord -en WEL in 't kofschip?        schrijf dan          of te / ten                             fietsen                 fietste

      Zit de laatste letter van het hele werkwoord -en NIET in 't kofschip?        schrijf dan         de / den                               bellen                    belde

Even oefenen

1. De politie (verrichten) ... wekenlang onderzoek naar de inbraken.

2. Toen ik mijn toets Frans (maken) ... (duimen) ... Janita voor mij.

3. We (durven) ... niet te kijken toen de geheime politie op de deur (bonken) ...

4. Terwijl ik (tobben) ... over mijn cijfers, (krassen) ... Sandra haar naam in het tafelblad. 

De politie (verrichten) wekenlang onderzoek naar de inbraken.

1. verrichte
2. verrichtte
3. verrichten
4. verrichtten

Toen ik mijn toets Frans (maken) ... (duimen) ... Janita voor mij.

1. maakte / duimt
2. maakte / duimde
3. maak / duimt
4. maakde / duimde

Terwijl ik (tobben) ... over mijn cijfers, (krassen) ... Sandra haar naam in het tafelblad.

1. tobde /kraste
2. tobde /krasde
3. tobte /kraste
4. tobte /krasde

We (durven) ... niet te kijken toen de geheime politie op de deur (bonken) ...

1. durven /bonkte
2. durvten /bonkten
3. durfden /bonkte
4. durvden /bonkten

Antwoorden

1. De politie verrichtte wekenlang onderzoek naar de inbraken.

2. Toen ik mijn toets Frans maakte, duimde Janita voor mij.

3. We durfden niet te kijken toen de geheime politie op de deur bonkte.

4. Terwijl ik tobde over mijn cijfers, kraste Sandra haar naam in het tafelblad. 

Doen

Methode Nieuw Nederlands 4 vmbo-gt > werkwoordspelling 

* Maken (online) H1 tegenwoordige tijd en verleden tijd van

   taalverzorging

Boek: bladzijde 32/33 en bladzijde 34/35

Evaluatie

Wat hebben we vandaag behandeld? Welke onderdelen?

Wat wist je nog niet?

Hoe gaat je onthouden wat je geleerd hebt?

In hoeverre heb jij jezelf vandaag verbeterd in dit onderdeel van werkwoordspelling? 

Programma Lessenserie

- Terugblik

- Doelen

- Instructie 

- Aan het werk

- Evaluatie

Doelen

Aan het einde van deze lessenserie

- kun je persoonsvormen in de tt en vt juist spellen 

- kun je het voltooid deelwoord juist spellen

- kun je het onvoltooid deelwoord juist spellen

- kun je een bijvoeglijk naamwoord maken van een      

   voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord

/

/

Even oefenen

1. De jongens zijn gisteren (verhuizen).

2. We hebben vanmorgen een potje (voetballen).

3. Heb je dat hele stuk (fietsen)?

4. Ik heb zijn verhaal nooit (geloven).

5. Heb je lekker (chillen)?  

Antwoorden

1. verhuisd

2. gevoetbald

3. gefietst

4. geloofd

5. gechild 

Zelfstandig aan het werk

• (Online) Nieuw Nederlands; bladzijde 62/63
• H2 Werkwoordspelling - het schema gebruiken;
• VÓÓR JE BEGINT ZET JE HET NIVEAU OP 'STERNIVEAU';
• Maak alle opdrachten, scores onder de 70% moet je opnieuw maken!
• Deze paragraaf moet af, niet af in de les, dan thuis afmaken (oefenen dus!).

Evaluatie

Wat hebben we vandaag behandeld? Welke onderdelen?

Wat wist je nog niet?

Hoe gaat je onthouden wat je geleerd hebt?

In hoeverre heb jij jezelf vandaag verbeterd in werkwoordspelling? 

Ik (waxen) mijn benen gisteravond.

De buren hebben hun eigen truien (breien)

Hoe oud (worden) je tante morgen?

De (vergroten) foto hangt aan de muur.

Doen!

(Online) Nieuw Nederlands

Hoofdstuk 3 werkwoordspelling

Bladzijde 92 en 93

Opdracht 1, 2, 3 en 4

Evaluatie

Ik kan werkwoordsvormen waaraan je niet kunt horen hoe ze worden geschreven, goed spellen.

Ik ben voorbereid op SE1