11 Nov - I Writing & Grammar

Today's lesson - The 11th of November
  • Recap
  • Herhaling Grammar Explanation
  • Individual work
  • Check
  • (Blooket)

#Goals
A1 I can write about facts and habits.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Today's lesson - The 11th of November
  • Recap
  • Herhaling Grammar Explanation
  • Individual work
  • Check
  • (Blooket)

#Goals
A1 I can write about facts and habits.

Slide 1 - Diapositive

What did we discuss last Tuesday?

Slide 2 - Carte mentale

Grammar: The present simple
1. Wanneer gebruik je de present simple?

2. Wat is de standaard regel?

3. Zijn er nog uitzonderingen?

Slide 3 - Diapositive

Present Simple
1. Wanneer gebruik je de Present Simple?
--> Tegenwoordige tijd: bij feiten, gewoonten, dingen die vaak gebeuren

Voorbeelden: 
1. I like chocolate
2. She walks her dog everyday.


Slide 4 - Diapositive

Present Simple
2.  Wat is de standaard regel?
--> Bij he/she/it (shit-regel) komt er +s achter het hele werkwoord (de stam).




I like chocolate.
Ik houd van chocola.
You like chocolate.
Jij houd van chocola.
He/she/it likes chocolate.
Hij/zij/het houdt van chocola.
We like chocolate.
Wij houden van chocola
They like chocolate.
Zij houden van chocola.

Slide 5 - Diapositive

dat je bij he/she/it een -s toevoegt aan het werkwoord.
de stam, dus zonder toevoegingen.
Bij feiten, gewoonten en iets wat vaker gebeurt.
De present simple gebruik je 
De standaard regel is
Het hele werkwoord is

Slide 6 - Question de remorquage

Present Simple
3. Zijn er nog uitzonderingen?

  • S - klank & to do/to go
  • to be
  • medeklinker + Y




Slide 7 - Diapositive

Present Simple
Uitzondering: S - Klank & to do/to go
--> Hoor je een -s aan het einde van het woord of heb je het werkwoord to do of to go? Bij he/she/it doe je +es




watch, I do, I go
Ik kijk, ik doe, ik ga
You watch, you do, you go
Jij kijkt, jij doet, jij gaat
He/she/it watches, he/she/it does, he/she/it goes
Hij/zij/het kijkt, hij/zij/het doet, hij/zij/het gaat
We watch, we do, we go
Wij kijken, wij doen, wij gaan
They watch, they do, they go
Zij kijken, zij doen, zij gaan

Slide 8 - Diapositive

Present Simple
Uitzondering: To be (zijn)
--> Het rijtje van to be moet je gewoon kennen. 




I am ten years old.
Ik ben tien jaar oud.
You are ten years old.
Jij bent tien jaar oud.
He/she/it is ten years old.
Hij/zij/het is tien jaar oud.
We are ten years old.
Wij zijn tien jaar oud.
They are ten years old.
Zij zijn tien jaar oud.

Slide 9 - Diapositive

Present Simple
Uitzondering: medeklinker + Y
--> Eindigt het werkwoord op een medeklinker + Y? Vervang bij he/she/it de Y voor -ies




I study every day.
Ik studeer elke dag.
You study every day.
Jij studeert elke dag.
He/she/it studies every day. 
Hij/zij/het studeert elke dag.
We study every day.
Wij studeren elke dag.
They study every day.
Zij studeren elke dag.

Slide 10 - Diapositive

Present Simple: Stappenplan

Slide 11 - Diapositive

Individual work
HAVO
1. E Writing & Grammar (page 60 - 63)
- Exercise: 30, 31, 32 + nakijken

2. Extra oefening/verdieping
- Moeilijk: Online - SlimStampen
- Gemiddeld: Exercise 33a  + nakijken
- Makkelijk: Exercise 33, 34 + nakijken


VWO
1. E Writing & Grammar (page 60 - 63 )
- Exercise: 30, 31, 32  + nakijken

2. Extra oefening/verdieping
- Moeilijk: Online - SlimStampen
- Gemiddeld: Exercise 33ab + nakijken
- Makkelijk: Exercise 33, 34 + nakijken
- Individueel of tweetallen (fluisterend overleggen)
- Probeer eerst zelf of samen het antwoord te vinden.
- Vraag? Vinger opsteken
timer
15:00

Slide 12 - Diapositive

In de present simple plak je standaard achter het werkwoord bij he/she/it een.........
Als je te maken hebt met een werkwoord dat eindigt op een s-klank of het het werkwoord to do of to go is, dan plak je bij he/she/it daar ......... achter in de present simple.
Als je te maken hebt met een werkwoord dat eindigt op een medeklinker + Y, dus haal je bij he/she/it de Y weg en vervang je door........ in de present simple.
Als je in de present simple te maken hebt met I, you, we of they verander je .......... aan het werkwoord.

Slide 13 - Question de remorquage

Do you think you reached today's #Goals?

I can write about facts and habits.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

Slide 15 - Diapositive