hst 8.1 en 8.2

Hst 8.1 en 8.2 "materialen"
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hst 8.1 en 8.2 "materialen"

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Materialen toepassen
Elk materiaal heeft bepaalde eigenschappen.
Hout:
Bestand tegen druk- en trekkrachten
is verspaanbaar
is met stevige verbindingen aan elkaar te maken.
Koper: 
Goede geleider..
PVC = een kunststof: 
Goede isolator, duurzaam en makkelijk te kleuren.






Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Materialen toepassen
Glas: vloeistoffen, gassen, zuren in te bewaren.
 Makkelijk te kleuren en redelijk makkelijk te vervormen.
 Nadeel: niet erg sterk. 

Polyetheen (PE) in verschillende soorten:
  • LDPE = lage 𝛒 PE, taai en buigzaam.
  • HDPE = hoge 𝛒 PE, taai en vrijwel onbreekbaar.
Rubber:
Elastisch door de veerkracht, beschermt tegen botsingen.
Houdt vloeistoffen en gassen tegen.







Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Materialen
Definitie: 
Een natuurlijke of kunstmatige (synthetische) stof of mengsel van stoffen dat voldoet aan bepaalde eisen (materiaaleigenschappen) om te worden toegepast in gebouwen of gebruiksvoorwerpen. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Eigenschappen van flubber

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Materiaaleigenschappen
  • Dichtheid (ijzer heeft hogere dichtheid dan aluminium)
  • Elasticiteit (flubber)
  • Elektrische geleidbaarheid (metalen wel, plastics vaak niet)
  • Hardheid (beton is hard, krijt is zacht)
  • Kleur van een materiaal 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk materiaal kies je voor een fiets?
A
Goud
B
Aluminium
C
IJzer
D
Lood

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3 Groepen materialen
  • Metalen (ijzer, koper, goud)
  • Kunststoffen/plastics (PVC, PET flessen)
  • Composieten (beton, gewapend glas, carbon)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kunststoffen
  • Synthetisch plastic gemaakt van aardolie. 
  • Bioplastic gemaakt van natuurlijk materiaal, bijvoorbeeld zetmeel of melkzuur (afvalproduct van bacteriën).
  • Duurzaam geproduceerde materialen 


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Composiet
  • Combinatie van verschillende materialen om eigenschappen te combineren.
  • Voorbeeld: carbon (plastic versterkt met carbonvezels), toepassing in racefietsen en vliegtuigen.


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfherstellende materialen
  • Bijzondere eigenschap
  • vb: autolak. 
  • Hersteld doordat een kunststof smelt bij hogere temperaturen en kan daardoor een kras weer opvullen. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN materiaaleigenschap?
A
Dichtheid
B
Prijs
C
Elasticiteit
D
Geleidbaarheid

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 3 eigenschappen die het materiaal moet bezitten waar je baby speelgoed van maakt.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

SAMENVATTING par 1

Hout:
  • bestand tegen druk- en trekkrachten, makkelijk te verbinden en verspaanbaar
  • In veel constructies (stoel, huis, etc)

glas:
  • Houdt vloeistof en gassen tegen, doorzichtig, vormvast bij lage en hoge temperaturen
  • ramen, flessen, meubels



polyetheen (PE):
LDPE: 
  • taai en buigbaar => folie, plastic tassen
HDPE: 
  • Stijver, zelfde voordelen als glas, maar veel sterker => emmers, verpakking

Composieten: Kunststof versterkt met koolstofvezels
  • kleine dichtheid, extreem sterk en kunnen grote trekkrachten opvangen
  • vb Carbonfiber van racefietsframe

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

par 2, van grondstof tot product
Hoogovens worden gebruikt om van ijzererts staal te maken. Het zijn ook letterlijk “hoge ovens”, daar komt de naam vandaan.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Productieproces
Grondstoffen uit de natuur halen
Grondstoffen chemisch bewerken
Halffabricaten maken

Eindproduct maken

Recyclen
1 - Het productieproces van elk product begint met grondstoffen. Deze halen we uit de natuur (bomen, steen, olie, etc). 
2 - Dan volgt het bewerken  van de grondstoffen. Dit is een chemisch proces.
3 - Dan heb je halffabricaten. Zoals rollen aluminiumplaten of planken hout.
4 - Met deze halffabricaten wordt het eindproduct gemaakt, zoals een blikje of een kast.
5 - Wanneer het eindproduct gebruikt is, moet je het recyclen. Zoals kleding doorgeven aan een ander om opnieuw te laten dragen.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grondstof

Aluminium wordt gewonnen uit 
BAUXIET
 (aluminiumerts)

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elektrolyse (chemisch bewerken)
Bauxiet bestaat grotendeels uit aluminiumoxide





aluminiumoxide + koolstof → aluminium + koolstofdioxide

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Halffabrikaten





           rollen                                    platen                                 broodjes

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eindproduct





           Stoel                            puntenslijper                            kozijnen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoogovenproces
1e reactie: cokes met zuurstof.
cokes + zuurstof -> koolstofmono-oxide

2e reactie: ijzeroxide met koolstofmono-oxide.
ijzeroxide + koolstofmono-oxide -> ijzer + koolstofdioxide

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blikstaal
Blikstaal mag maar weinig koolstof bevatten. Het staal moet gemakkelijk vervormbaar zijn, anders kun je er geen blikjes van maken. Staal met veel koolstof is sterk, maar bros.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hieronder staan voor en nadelen van glas. Je gaat een drinkglas maken. Sleep de voordelen in het groene vak en de nadelen in het rode vak. 
Voordelen
Nadelen
Doorzichtig
Zwaar
Verkrijgbaar in elke vorm
Geleidt geen warmte of elektriciteit
Breekbaar
Kan tegen hoge temperaturen
Kan tegen bijtende stoffen

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wilt een nieuwe beker ontwerpen. Welk materiaal kies je?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf op welke voordelen het materiaal heeft die je in de vorige vraag hebt gekozen.

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De grondstof voor kunststof is:

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hieronder staan verschillende stofeigenschappen. Sleep de eigenschappen die bij kunststof horen naar het groene vak. De andere sleep je naar het rode vak. 
Kunststof
Geen kunststof
Goedkoop
Verschillende kleuren mogelijk
Biologisch afbreekbaar
Geleidt elektriciteit
Breekbaar
Vraagt weinig onderhoud
In water oplosbaar
Zeer hoog smeltpunt
Brandbaar
Roest niet

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een mengsel van metalen heet ........
24

Slide 32 - Question ouverte

Legering
hoe kun je dit op het examen verwachten?

een voorbeeld uit het examen kb en soortgelijk in GT van 2017

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aluminum is goed bestand tegen vervorming als gevolg van het springen. Welke stofeigenschap maakt aluminium nog meer geschikt?
A
Licht
B
Lage dichtheid
C
Corrodeerd snel
D
Goedkoop

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions