rechtstaat 3: strafrecht de opsporing

3: strafrecht: de opsporing
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

3: strafrecht: de opsporing

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat gaan we doen?
- nieuws !
- uitleg: 
rechtshandhaving/ rechtsbescherming
verschil misdrijf/ overtredingen.
taken Officier van justitie.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestuursrecht regelt de verhouding tussen burger en overheid
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een arbeidsovereenkomst valt onder het
A
vermogensrecht
B
ondernemingsrecht
C
personenrecht
D
staatsrecht

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De uitvoerende macht wordt gecontroleerd door
A
1e kamer
B
2e kamer
C
1e + 2e kamer
D
de regering

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale grondrechten
A
beschermen ons tegen de overheid
B
zijn plichten van de overheid

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De wetgevende macht wordt gecontroleerd door
A
1e kamer
B
2e kamer
C
1e + 2e kamer
D
de regering

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het legaliteitsbeginsel vinden we onder andere terug in
A
strafmaat
B
strafbaarheid
C
ne bis in idem regel
D
het openbaar ministerie

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

een rechter kan niet worden ontslagen
A
rechtsstaat
B
dictatuur

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

een journalist moet naar de gevangenis, omdat hij kritiek heeft op de regering
A
rechtsstaat
B
dictatuur

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In een rechtsstaat:
A
zijn de meeste wegen recht
B
worden de wetten gemaakt door de rechters
C
is iedereen gelijk voor de wet

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen kenmerk van een rechtsstaat?
A
De overheid moet zich aan de wet houden
B
Je hebt grondrechten
C
De bevolking heeft invloed
D
Er is een afhankelijke rechterlijke macht

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zin is niet juist?
A
Het is niet wenselijk dat er kritische reportages over de politie in de media verschijnen
B
De media moeten burgers kritisch informeren over politie en justitie.
C
Kritische reportages over politie en justitie passen bij de rechtsstaat.
D
De media heeft een belangrijke controlefunctie wat betreft politieoptreden!

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke drie machten kennen wij in onze democratische rechtsstaat?
A
Landmacht, luchtmacht en politiemacht
B
Uitvoerende macht, wetgevende macht en rechterlijke macht
C
Uitvoerende macht, controlerende macht en instemmende macht

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

een journalist moet naar de gevangenis, omdat hij kritiek heeft op de regering
A
rechtsstaat
B
dictatuur

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen kenmerk van een rechtsstaat?
A
De overheid moet zich aan de wet houden
B
Je hebt grondrechten
C
De bevolking heeft invloed
D
Er is een afhankelijke rechterlijke macht

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welk beginsel van de rechtsstaat heeft dit voorbeeld te maken: Als op zes april de boete voor te snel rijden verhoogd wordt, betaalt iemand die op vijf april te snel reed de oude boete.
A
Grondrechten
B
Onafhankelijke rechtspraak
C
Legaliteitsbeginsel
D
Machtenscheiding

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke drie machten kennen wij in onze democratische rechtsstaat?
A
Landmacht, luchtmacht en politiemacht
B
Uitvoerende macht, wetgevende macht en rechterlijke macht
C
Uitvoerende macht, controlerende macht en instemmende macht

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Strafrecht: de opsporing

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dilemma van de rechtsstaat
Rechtsbescherming van de burger: de individuele rechten van de burger dienen te worden gehandhaafd (vrijheid)

vs

Rechtshandhaving van de rechtsorde: criminaliteit en overlast dienen te worden voorkomen(veiligheid)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechtshandhaving
geweldsmonopolie

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VERSCHIL
MISDRIJF EN OVERTREDING?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef bij de volgende afbeeldingen aan of het gaat om een overtreding of misdrijf.
Sleep het juiste woord naar de juiste afbeelding.
Mishandeling
Vuil op straat dumpen
Door rood lopen

Misdrijf

Overtreding

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Overtreding of misdrijf?

Overtreding: minder ernstig (geen strafblad)

Misdrijf: ernstige strafbare feiten (wel strafblad en medeplichtig)

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veelvoorkomende criminaliteit
Winkeldiefstal
Vernielingen
Vandalisme

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Officiers van Justitie
              - Seponeren
              - Transactie / 
                           strafbeschikking
              - Vervolgen 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechter
  • schuldig of onschuldig
  • straf

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wel of niet naar de rechter?


  • Seponeren =niet vervolgen

  • Schikken of transactie =boete geven


  • Vervolgen =rechtszaak

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechter
  • schuldig of onschuldig
  • straf

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wel of niet naar de rechter?


  • Seponeren =niet vervolgen

  • Schikken of transactie =boete geven


  • Vervolgen =rechtszaak

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

--> redelijk vermoeden van schuld
Politie - Staande houden
              - Fouilleren
              - Aanhouden/ arresteren
              - 6 uur vasthouden
              - Bewijsmateriaal 
                 innemen
(zonder toestemming)

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarvoor zal de politie wel toestemming nodig hebben?

Slide 35 - Carte mentale

preventief fouilleren
binnengaan woning
afluisteren
verdachte langer vasthouden
infiltratie
aan het werk
 Hoofdstuk 3

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions