Engels

Toets Engels dieren en kleuren
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Toets Engels dieren en kleuren

Slide 1 - Diapositive

Wat is "kikker" in het Engels?
A
lizard
B
snail
C
snake
D
frog

Slide 2 - Quiz

Wat is 'oranje' in het Engels?
A
Blue
B
Green
C
Orange
D
Yellow

Slide 3 - Quiz

Wat is 'varken' in het Engels?
A
Pig
B
Frog
C
Monkey
D
Dog

Slide 4 - Quiz

Wat is 'hond' in het Engels?
A
Cat
B
Elephant
C
Dog
D
Goat

Slide 5 - Quiz

Wat is 'rood' in het Engels?
A
Blue
B
Green
C
Red
D
Yellow

Slide 6 - Quiz

Wat is "koe" in het Engels?
A
cow
B
couw
C
caw
D
coow

Slide 7 - Quiz

wat is: broek, in het Engels?
A
trousers
B
pants
C
leggings
D
jeans

Slide 8 - Quiz

Tuesday in het engels is...
A
Maandag
B
Dinsdag
C
Donderdag
D
Woensdag

Slide 9 - Quiz

Wat is een leerkracht in het Engels?
A
Pupil
B
pupils
C
teacher
D
teachers

Slide 10 - Quiz

Hoe schrijf je Februari in het Engels?
A
Februari
B
February
C
Februrary
D
Februaby

Slide 11 - Quiz


Does a snake has scales?
A
No
B
Yes
C
Maybe
D
???

Slide 12 - Quiz

Wat betekent het Engelse woord:

white
A
wit
B
blank
C
licht
D
geel

Slide 13 - Quiz

Does a bear has fur ?
A
No
B
Maybe
C
???
D
yes

Slide 14 - Quiz

Wat betekent: ''You can do it!''?
A
Ga ervoor!
B
Je kunt het!
C
Je kan het niet!
D
Kan je het?

Slide 15 - Quiz

Geel is in het Engels:
A
Jello
B
Yello
C
Jellow
D
Yellow

Slide 16 - Quiz

blauw is in het Engels
A
Purple
B
Black
C
Blue
D
Green

Slide 17 - Quiz

Wat is dinsdag in het Engels?
A
Thursday
B
Wednesday
C
Saturday
D
Tuesday

Slide 18 - Quiz

What means: Autumn
A
Winter
B
herfst
C
lente
D
Zomer

Slide 19 - Quiz

wat is de Engelse naam voor sokken?
A
socken
B
soks
C
socks
D
socksy

Slide 20 - Quiz

Wat betekent pink in het Nederlands?
A
paars
B
roze
C
lila
D
geel

Slide 21 - Quiz

Hoe heet een groot dier met een slurf in het Engels?
A
olifant
B
elefant
C
elephant
D
olephant

Slide 22 - Quiz

Welke kleur heeft de achtergrond?
A
black
B
brown
C
purple
D
blue

Slide 23 - Quiz

Wat zijn de kleuren van de Nederlandse vlag?
A
blue, white, red
B
red, white, blue
C
white, red, blue
D
white, blue, red

Slide 24 - Quiz

Wat is het Engelse woord voor huisdier?
A
pet
B
muts
C
hoed
D
cat

Slide 25 - Quiz

Wat betekent de titel van het liedje Purple rain?
A
groene regen
B
blauwe regen
C
paarse regen
D
roze regen

Slide 26 - Quiz

Wat betekent:
it's raining cats and dogs?
A
het regent dat het giet
B
er zijn veel katten en honden
C
katten en honden haten elkaar
D
als het regent worden katten en honden nat

Slide 27 - Quiz

Hoe schrijf je rood in het Engels?
A
ret
B
red
C
rad
D
rat

Slide 28 - Quiz

Wat is een camel?
A
sigaret
B
dromedaris
C
leeuw
D
kameel

Slide 29 - Quiz

Wol komt van de vacht van een
A
goat
B
cow
C
sheep
D
horse

Slide 30 - Quiz