Thuiswerk 4vwo - 5-3-2021-Biofysica I. Zien en waarnemen

Thuiswerk voor 12-3-2021
  • Bestudeer 3.2 Deeltjesmodel helemaal. 
  • Bekijk het filmpje over de Algemene gaswet in de volgende slide. Neem de voorbeelden over in je schrift. Maak ze eerst zelf voordat je naar de uitwerking kijkt.
  • Maak opgave 9 en bekijk daarvoor eerst de extra uitleg die in deze les staan
  • Maak daarna opgave 12, 16, 17

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Thuiswerk voor 12-3-2021
  • Bestudeer 3.2 Deeltjesmodel helemaal. 
  • Bekijk het filmpje over de Algemene gaswet in de volgende slide. Neem de voorbeelden over in je schrift. Maak ze eerst zelf voordat je naar de uitwerking kijkt.
  • Maak opgave 9 en bekijk daarvoor eerst de extra uitleg die in deze les staan
  • Maak daarna opgave 12, 16, 17

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

In het filmpje wordt bij de eerste opgave R bepaald uit 1 meting van n, V, p en T. Leg uit waarom dit eigenlijk geen goede manier is.

Slide 3 - Question ouverte

Uitleg bij opgave 9: Open vloeistofmanometer
Om de gasdruk te meten van een afgesloten hoeveelheid gas.

De hoogte van de vloeistof in de rechter kolom geeft het verschil tussen de druk van de afgesloten hoeveelheid gas (pg) en de luchtdruk buiten (pb).

Slide 4 - Diapositive

Uitleg bij opgave 9: Open vloeistofmanometer
Wet uit de hydrostatica:
De druk in een vloeistof in rust is op gelijke hoogtes precies gelijk.
Je neemt hier links en rechts als hoogte waar de pijl met pg staat. Daar geldt:
gasdruk (pg) = druk van de buitenlucht (pb) + vloeistofdruk

Slide 5 - Diapositive

overdruk (gasdruk is hoger dan luchtdruk)
gasdruk (pg) = druk van de buitenlucht (pb) + pvloeistof




Bedenk nu hoe je het gewicht van de kolom van de vloeistof met hoogte h berekent (let op dat is niet de massa!) en hoe je daarna de vloeistofdruk daarmee berekent
p(vloeistof)=AF=Agewichtvloeistof

Slide 6 - Diapositive

onderdruk (gasdruk is lager dan luchtdruk)
Nu geldt:
gasdruk (pg) + pvloeistof = druk van de buitenlucht (pb)  



 

Slide 7 - Diapositive

Maak nu opgave 9 en lever hier een foto van je uitwerking in

Slide 8 - Question ouverte

Opgave 12
Maak opgave 12 en kijk hem na met de slide hierna.

Slide 9 - Diapositive

Antwoord opgave 12a
Als je naar buiten gaat, daalt de temperatuur in de ballon. De deeltjes in de ballon zullen minder vaak en hard tegen de wand van de ballon botsen, dus neemt ook de druk in de ballon af. De buitenluchtdruk zal de ballon een beetje in elkaar drukken, totdat de druk in de ballon weer even groot is als de buitenluchtdruk. Het volume van de ballon is dan dus kleiner.

Slide 10 - Diapositive

Antwoord opgave 12b
Als de lucht rondom de ballon wordt weggezogen, zijn er veel minder luchtdeeltjes die van buitenaf tegen de ballon aan botsen, dus neemt de druk rondom de ballon af. De druk in de ballon zorgt er dan voor dat de ballon groter wordt

Slide 11 - Diapositive

Antwoord opgave 12c
Het volume is omgekeerd evenredig met de druk.
Het volume neemt toe, dus zal de druk in de ballon afnemen. Verklaring met deeltjesmodel: Bij een groter volume leggen de luchtdeeltjes grotere afstanden af tussen botsingen tegen de binnenkant van de ballon en zullen dus minder vaak tegen de ballonwand botsen. En doordat de oppervlakte van de ballon toeneemt, zullen er minder botsingen per seconde per cm2 zijn.

Slide 12 - Diapositive

Stel hier je vraag als je de uitwerking van een onderdeel of uitleg van vraag 12 niet snapt.

Slide 13 - Question ouverte

Maak opgave 16. Kijk de antwoorden na met de antwoorden achterin. Als je antwoord niet goed is, kijk dan of je het kan verbeteren. Lever daarna een foto (of foto's) van je (verbeterde) uitwerking in.

Slide 14 - Question ouverte

Had je de antwoorden van vraag 16 - na verbetering - goed? (dit wordt niet klassikaal getoond)
Ik had ze allemaal goed
Ik had a
Ik had a en
Ik had b en c goed
Ik had alleen a goed
Ik had alleen b goed
Ik had alleen c goed
Ik had geen enkel antwoord goed

Slide 15 - Sondage

Maak opgave 17. Kijk het antwoord na en probeer het te verbeteren als het antwoord niet klopt. Lever daarna je een foto van je uitwerking in.

Slide 16 - Question ouverte

Wat wil je besproken hebben in de les? Als je alles snapt, geef dat dan ook hier aan.

Slide 17 - Question ouverte