‹Revenir à la recherche

3. Klinkerwisselingen

¡Bienvenidos!
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos!

Slide 1 - Diapositive

Hoy en la clase de español
  • Repaso verbos
  • Los verbos regulares 
  • Los verbos con cambio (klinkerwisseling)
  • Los deberes

Leerdoel: 
Ik ken de vervoegingen van de werkwoorden met een klinkerwisseling e>ie

Slide 2 - Diapositive

Schrijf het woord op in het Spaans. 

Slide 3 - Diapositive

het ei

Slide 4 - Question ouverte

de sardientjes

Slide 5 - Question ouverte

de melk

Slide 6 - Question ouverte

de olijfolie

Slide 7 - Question ouverte

het stokbrood

Slide 8 - Question ouverte

de ham

Slide 9 - Question ouverte

Los verbos regulares
Herhaal voor jezelf het stappenplan om  regelmatige werkwoorden te vervoegen.
Je leert daarna een volgende stap: de klinkerwisselingen.

tip
Maak eventueel aantekeningen in je Spaanse schrift.
HERHALING!

Slide 10 - Diapositive

Repaso: los verbos regulares

Slide 11 - Diapositive

Stappenplan
werkwoorden vervoegen

1. Haal -ar, -er of -ir van het werkwoord af, nu heb je de stam.
2. Wat is het onderwerp van de zin (yo, tú, él ...).
3. Bekijk wat de juiste uitgang is die bij dit onderwerp hoort. (kijk goed bij AR, ER of IR)
4. Plak de uitgang aan de stam.

Voorbeeld: Ella ______ (vivir) en una casa muy grande. 
1. Het is een ir werkwoord, de stam is viv
2. Het onderwerp in de zin is: Ella (zij)
3. Als je kijkt in het schema bij de ir werkwoorden staat er bij ella > e
4. viv + e = vive                        Het juiste antwoord is: Ella vive en una casa muy grande.

Slide 12 - Diapositive

Herhaling
Zie página 62

Slide 13 - Diapositive

Los verbos regulares
1. Pepe (bailar) en la discoteca. 
2. Nosotros (comer) paella. 
3. Mi hermano (correr) en el parque. 
4. Pablo y Juan (vivir) en España.
5. Vosotros (estudiar) español, ¿verdad?

Slide 14 - Diapositive

Los verbos regulares
1. Pepe (baila) en la discoteca. 
2. Nosotros (comemos) paella. 
3. Mi hermano (corre) en el parque. 
4. Pablo y Juan (viven) en España.
5. Vosotros (estudiáis) español, ¿verdad?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Diapositive

LET OP: 
Bij de nosotros en vosotros vorm NOOIT een klinkerwisseling.
wij
jullie

Slide 18 - Diapositive

VERBOS E - IE
querer          -        willen, houden van
empezar      -       beginnen
preferir         -      liever willen
entender      -      begrijpen
cerrar             -      sluiten
pensar           -      denken
tener               -      hebben    (de ik-vorm = tengo)

Voorbeeld: 
Tú ______ (tener) 40 años.
La clase ________ (empezar) a las ocho y nueve. 

Deze werkwoorden leer je als werkwoorden met e - ie 
klinkerwisseling
antwoord
tienes
antwoord
empieza

Slide 19 - Diapositive

1.6 F - Los verbos E - IE
Noteer de juiste vorm van de werkwoorden in je schrift.

1. ¿Qué _____________________(querer, tú)?
2. Yo _____________________(querer) una barra de pan.
3. ¿Qué ______________________(preferir, vosotros), té o leche?
4. Pues, yo ___________________(preferir) agua.
5. ¿A qué hora ____________________(cerrar) el supermercado?
6. Los alumnos no ____________________(entender) al profesor.
7. Chicos, _______________________(empezar, nosotros) la clase.
8. Pepe ________________________(pensar) que no tienen queso manchego

Slide 20 - Diapositive

Las respuestas

Ejercicio F
1. quieres
2. quiero
3. preferís
4. prefiero
5. cierra
6. entienden
7. empezamos
8. piensa

Plaza de España, Sevilla

Slide 21 - Diapositive

Los verbos querer + tener
Noteer de juiste vormen van “querer” en “tener”.

* Buenas tardes, (nosotros) ________1__________ aceite de oliva.
- Muy bien, ¿de qué marca lo __________2____________ustedes?
* ¿Qu marcas ___________3__________ usted?
- Tenemos “Soloil” y “Aceitole”.
* Pues, una lata de “Aceitole, por favor. Antonio, ¿tú ________4_________ algo más?
> ¿Yo? Ah, sí, claro. ___________5___________ una lata de sardinas, pero en salsa de tomate
willen
hebben

Slide 22 - Diapositive

Wil je extra oefenen met de klinkerwisselingen?

KLIK HIER

Slide 23 - Diapositive

de bakkerij
de fruitwinkel
de groentewinkel
de slagerij
de vleeswarenwinkel
de viswinkel
la verdulería
la panadería
la charcutería
la pescadería
la frutería
la carnicería

Slide 24 - Question de remorquage

la pescadería
la verdulería
la panadería
la frutería
la charcutería
la carnicería
de bakkerij
de viswinkel
de slagerij
de fruitwinkel
de vleeswarenwinkel
de groentewinkel

Slide 25 - Question de remorquage

la barra de pan
el paquete
el aceite de oliva
el azúcar
la bolsa
el huevo
la lata
la botella

Slide 26 - Question de remorquage

el agua mineral
el arroz
la mantequilla
el yogur
el jamón
la leche
las sardinas
las magdalenas

Slide 27 - Question de remorquage

Slide 28 - Question de remorquage

Slide 29 - Question de remorquage

Los deberes
SO
lunes 3 de octubre la tercera hora
KLIK HIER

Slide 30 - Diapositive

quizlet.com

Slide 31 - Lien

Plus de leçons comme celle-ci

3. Klinkerwisselingen

- Leçon avec 22 diapositives
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

3. Klinkerwisselingen

- Leçon avec 28 diapositives
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

3. Klinkerwisselingen

- Leçon avec 36 diapositives
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

3. Klinkerwisselingen

- Leçon avec 29 diapositives
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

3. Klinkerwisselingen

- Leçon avec 21 diapositives
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

3. Klinkerwisselingen

- Leçon avec 24 diapositives
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

numeros y ir de compras + lijd.vw

- Leçon avec 16 diapositives
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

2. ¿Cuánto cuesta?

- Leçon avec 35 diapositives
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2