Grammatica - woordsoorten

Woordsoorten
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Woordsoorten

Slide 1 - Diapositive

De
verkoper
Glimlacht
Werkwoord
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord

Slide 2 - Question de remorquage

Wat is een zelfstandig naamwoord?
+
-

Slide 3 - Question de remorquage

Welke zijn de bezittelijk voornaamwoorden?
A
mijn
B
uw
C
mij
D
U

Slide 4 - Quiz

rijst
timer
0:10
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Werkwoord

Slide 5 - Quiz

lopen
timer
0:10
A
Werkwoord
B
Lidwoord
C
Zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Quiz

een
timer
0:10
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Werkwoord

Slide 7 - Quiz

Aardig
timer
0:15
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Quiz

Het
timer
0:15
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quiz

Tafel
timer
0:10
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Quiz

Lezen
Lees
Slapen
Slaap
Koken
Kook
Hele werkwoord
Stam

Slide 11 - Question de remorquage

Sleep alle werkwoorden naar 'werkwoorden' alles wat geen werkwoord is sleep je naar 'geen werkwoord'.
timer
0:45
Werkwoorden
Geen werkwoord
huis
goede bedoelingen
verhuizen
heb willen houden
zijn
zijn hond

Slide 12 - Question de remorquage

Maak zoveel mogelijk nieuwe werkwoorden
passen
schuiven
drinken
pakken
nemen
bellen
maken
in
op
aan
af
uit
voor

Slide 13 - Question de remorquage

Metalen
timer
0:10
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Quiz

Heerenveen =
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Quiz


A
voorzetsel
B
bijvoeglijk naamwoord
C
zelfstandig naamwoord

Slide 16 - Quiz

Jumbo
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 17 - Quiz


A
voorzetsel
B
bijwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 18 - Quiz