Werkwijze: In deze les komen de verschillende grammatica-onderdelen terug. Je gaat eerst de uitleg lezen, daarna ga je een aantal opdrachten maken.
Maak de opdrachten en kijk of je de grammatica toe kunt passen.
Check aan het einde van de LessonUp het leerwerk + verwachting voor het proefwerk!
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
havo-2 chapitre 6
Werkwijze: In deze les komen de verschillende grammatica-onderdelen terug. Je gaat eerst de uitleg lezen, daarna ga je een aantal opdrachten maken.
Maak de opdrachten en kijk of je de grammatica toe kunt passen.
Check aan het einde van de LessonUp het leerwerk + verwachting voor het proefwerk!
Slide 1 - Diapositive
Expliquer: grammaire D
Dit grammatica-onderdeel gaat over het vraagwoord quel.
Quel heeft in het Frans 2 betekenissen: welke of wat. Dat hangt af van het soort woord dat er direct achter komt.
Welke Volgt er na 'quel' een zelfstandig naamwoord? Dan betekent het welke.
Wat Volgt er na 'quel' het woord 'est' of 'sont'? Dan betekent het wat.
Slide 2 - Diapositive
Grammaire D: de verschillende vormen
Het woord 'quel' past zich aan aan het woord dat erachter staat. Denk bijvoorbeeld aan het bijvoeglijk naamwoord of het aanwijzend voornaamwoord.
Maar welke vormen zijn er nu?
Mannelijk Vrouwelijk Enkelvoud quel quelle Meervoud quels quelles
Slide 3 - Diapositive
Vul de juiste vorm in van het vraagwoord quel.
________ est ton nom?
Slide 4 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van het vraagwoord quel. ________ est ta matière?
Slide 5 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van het vraagwoord quel. ________ sont tes matières?
Slide 6 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van het vraagwoord quel.
________ sont tes noms?
Slide 7 - Question ouverte
Répéter: grammaire H
Je hebt dit schooljaar al een keer eerder een aantal onregelmatige werkwoorden moeten leren. Vandaag komt er weer eentje bij.
Dit werkwoord bestaat uit 2 tijden: de présent en de passé composé.
Neem beide rijtjes uit de volgende slides goed over in je schrift.
Slide 8 - Diapositive
Grammaire H: de présent
je prends ik neem tu prends jij neemt il prend hij neemt elle prend zij neemt on prend men neemt/we nemen nous prenons wij nemen vous prenez u neemt/jullie nemen ils prennent zij nemen (mannelijk meervoud) elles prennent zij nemen (vrouwelijk meervoud)
Slide 9 - Diapositive
Grammaire H: de passé composé
j'ai pris ik heb genomen tu as pris jij hebt genomen il a pris hij heeft genomen elle a pris zij heeft genomen on a pris men heeft genomen/we hebben genomen nous avons pris wij hebben genomen vous avez pris u heeft genomen/jullie hebben genomen ils ont pris zij hebben genomen (mannelijk meervoud) elles ont pris zij hebben genomen (vrouwelijk meervoud)
Slide 10 - Diapositive
Grammaire H:
extra werkwoorden
Als je het werkwoord prendre kan maken, dan zijn er nog 2 werkwoorden die van je gevraagd kunnen worden.
comprendre: begrijpen je comprends, j'ai compris
apprendre: leren j'apprends, j'ai appris
Slide 11 - Diapositive
Vul de juiste vorm in van het werkwoord prendre (présent)
Je _____________ le train pour aller à l'école.
Slide 12 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van het werkwoord prendre (présent)
Vous ___________ la voiture?
Slide 13 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van het werkwoord apprendre (passé composé)
J' _____ __________ beaucoup de mots cette année scolaire.
Slide 14 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van het werkwoord comprendre (passé composé)
Nous n'_____ pas __________ la question.
Slide 15 - Question ouverte
Wat kunnen jullie op het proefwerk verwachten? (1)
Opdracht 1: écouter - Lees de vraag, luister naar het fragment en kies het juiste antwoord (A/B/C).
Opdracht 2: vocabulaire - Kies van de 2 schuingedrukte woorden het juiste woord.
- Zet de Franse woorden in de juiste zin. - Vertaal de woorden van het Nederlands naar het Frans.
Opdracht 3: grammaire
- Vul in elke zin de juiste vorm van het voorzetsel 'quel' in.
- Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de juiste tijd/vorm.
Slide 16 - Diapositive
Wat kunnen jullie op het proefwerk verwachten? (2)
Opdracht 4: phrases clés
- Vertaal de zinnen in het Frans.
Opdracht 5: lire - Geef in het Nederlands antwoord op de vragen over de tekst.
Slide 17 - Diapositive
Les devoirs
Komende les: - Proefwerk chapitre 6
Apprendre (leren): - voca A, B, E & F (Frans-Nederlands & Nederlands-Frans) - phrases clés C & G (Nederlands-Frans) - grammaire D (het vraagwoord quel(le)(s)) - grammaire H (het werkwoord prendre)