Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Hoofdstuk 4 - rekenen aan neerslagreacties
Hoofdstuk 4 - rekenen aan neerslag reacties
1 / 30
suivant
Slide 1:
Diapositive
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
30 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 4 - rekenen aan neerslag reacties
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag?
- Even herhalen alles wat we van zouten tot nu toe gedaan hebben met MC vragen en 1 open vraag
- Rekenen aan neerslag reacties, LET OP DIT STAAT NIET IN JE BOEK MOET JE WEL WETEN.
Slide 2 - Diapositive
Aan het einde van de les kun je
- een neerslag reactie opstellen
- de ion concentratie berekenen van ionen in een oplossing
- rekenen met mol
- rekenen aan neerslagreacties
Slide 3 - Diapositive
Wat is de Ion concentratie van het nitraation als je 4,0 mol magnesiumnitraat op lost in 200 mL water
A
20 M
B
4 M
C
8 M
D
40 M
Slide 4 - Quiz
Wat is de Ion concentratie van het nitraation als je 4,0 mol magnesiumnitraat op lost in 200 mL water
En deze aanvult met 800 mL water
A
20 M
B
4 M
C
8 M
D
40 M
Slide 5 - Quiz
Hoe vaak heb je de oplossing verdund als je 4,0 mol magnesiumnitraat op lost in 200 mL water
En deze aanvult met 800 mL water
A
2x
B
3x
C
4x
D
5x
Slide 6 - Quiz
Ik doe een oplossing van natriumsulfide bij een oplossing van zinknitraat.
1. Geef van beide zouten de oplosvergelijking
2. Geef de neerslag tabel
3. Geef de neerslag reactie
Slide 7 - Diapositive
Waarvoor rekenen met neerslagreacties
- Voorspellen hoeveel gram neerslag er ontstaat als je twee zoutoplossingen bij elkaar doet
- Of hoeveel molair je nodig hebt om een bepaald aantal gram te maken
- Gebruik stappen plan
Slide 8 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
1. Geef de verhoudingsformules en schrijf de gegevens op die je weet
Slide 9 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
1. Geef de verhoudingsformules en schrijf de gegevens op die je weet
2. Geef de oplosvergelijking en bereken de ion concentraties EN aantal mol van alle ionen (check wel 45A!)
Slide 10 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
2. Geef de oplosvergelijking en bereken de ion concentraties EN aantal mol van alle ionen (check wel 45A!)
Slide 11 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
2. Geef de oplosvergelijking en bereken de ion concentraties EN aantal mol van alle ionen (check wel 45A!)
Slide 12 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
3. Geef de neerslag tabel en neerslag vergelijking
Slide 13 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
3. Geef de neerslag tabel en neerslag vergelijking
Slide 14 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
4. Zet het aantal mol van de ionen dat je berekend hebt bij stap 2 onder je neerslag vergelijking
Slide 15 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
4. Zet het aantal mol van de ionen dat je berekend hebt bij stap 2 onder je neerslag vergelijking
Slide 16 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
5. Kijk naar welke ion hoeveelheid in ONDERmaat is (waar je het minst van hebt)
Slide 17 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
5. Kijk naar welke ion hoeveelheid in ONDERmaat is (waar je het minst van hebt)
Slide 18 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
5. De ondermaat is hoeveel mol neerslag er gaat ontstaan (let wel goed op molverhoudingen)
Slide 19 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
5. De ondermaat is hoeveel mol neerslag er gaat ontstaan (let wel goed op molverhoudingen)
Slide 20 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
6. Bereken het aantal gram neerslag dat gaat ontstaan.
Slide 21 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
6. Bereken het aantal gram neerslag dat gaat ontstaan.
Slide 22 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als 15 mL 0,25 M ijzer(III)nitraat en 60 mL 0,20 M natronloog worden gemengd
1. Geef de verhoudingsformules en schrijf de gegevens op die je weet
Geef de oplosvergelijking en bereken de ion concentraties EN aantal mol van alle ionen (check wel 45A!)
Slide 23 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als 15 mL 0,25 M ijzer(III)nitraat en 60 mL 0,20 M natronloog worden gemengd
Slide 24 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
3. Geef de neerslag tabel en neerslag vergelijking
4. Zet het aantal mol van de ionen dat je berekend hebt bij stap 2 onder je neerslag vergelijking
Slide 25 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
5. De ondermaat is hoeveel mol neerslag er gaat ontstaan (let wel goed op molverhoudingen)
Slide 26 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
5. De ondermaat is hoeveel mol neerslag er gaat ontstaan (let wel goed op molverhoudingen)
Slide 27 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
6. Bereken het aantal gram neerslag dat gaat ontstaan.
Slide 28 - Diapositive
Hoeveel gram neerslag ontstaat er als je 500 mL 0,5 M zilvernitraat opl. toevoegt aan 200 mL 0,25 natriumchloride opl.
6. Bereken het aantal gram neerslag dat gaat ontstaan.
Slide 29 - Diapositive
Bereken hoeveel gram neerslag er ontstaat.
1. 150 mL 0,20 M aluminiumchloride en 300 mL 0,30 M zilvernitraat worden
gemengd.
2. 200 mL 0,30 M ijzer(III)sulfaat en 300 mL 0,50 M lood(II)nitraat worden
gemengd.
Slide 30 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
4HV - H4 - Zouten: §4.4 neerslagreacties en rekenen aan zoutoplossingen
Mars 2024
- Leçon avec
42 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
4H Nova H4.4 rekenen aan zoutoplossingen
Novembre 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Hoofdstuk 4.2 deel 2
Décembre 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4 HAVO zouten par 4.4
Janvier 2021
- Leçon avec
27 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
5H - Les 4 _ H7.3 - Molariteit
Octobre 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Molariteit
Septembre 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
H4.4 rekenen aan zoutoplossingen
Mars 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
H5.5 - Rekenen met Molariteit
Janvier 2022
- Leçon avec
47 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4