Ecologie herhaling
1 / 38
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Een organisme = een levend wezen
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quiz
Levende factoren
(biotisch)
Niet levende factoren
(abiotisch)
Sleep de woorden naar de juiste plek
licht
gras
soortgenoten
regen
konijnen
schimmels
Temperatuur
wind
Slide 4 - Question de remorquage
Abiotische factor
Biotische factor
Slide 5 - Question de remorquage
Consument
Producent
Reducent
Slide 6 - Question de remorquage
Maak een kloppende voedselketen
Slide 7 - Question de remorquage
Temperatuur, bodem, wind en regen zijn
A
Abiotische factoren
B
Biotische factoren
Slide 8 - Quiz
Voedsel, roofdieren, ziekteverwekkers zijn
A
Abiotische factoren
B
Biotische factoren
Slide 9 - Quiz
INDIVIDU
POPULATIE
ECOSYSTEEM
LEVENSGEMEENSCHAP
Slide 10 - Question de remorquage
Maak een voedselketen van deze 3 organismen:
konijn, gras en uil.
konijn, gras en uil.
Slide 11 - Question ouverte
Een ander woord voor producent is:
A
Dier
B
Plant
C
Bacterie
D
Schimmel
Slide 12 - Quiz
Bacterien en schimmels zijn:
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
Slide 13 - Quiz
Mensen zijn
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
Slide 14 - Quiz
Welk organisme is de planteneter?
Slide 15 - Question ouverte
Alleseters eten
A
Planten
B
Dieren
C
Planten en dieren
Slide 16 - Quiz
Het lichaam van dit dier is
A
Gestroomlijnd
B
Gewatervormd
Slide 17 - Quiz
Welke aanpassingen zie je aan dit dier?
Slide 18 - Carte mentale
Een paard is een
A
Teenganger
B
Hoefganger (topganger)
C
Zoolganger
Slide 19 - Quiz
Een beer is een
A
Teenganger
B
Hoefganger
C
Zoolganger
Slide 20 - Quiz
een tijger is een
A
Teenganger
B
Hoefganger
C
Zoolganger
Slide 21 - Quiz
Welke aanpassingen zie je bij deze plant?
Slide 22 - Question ouverte
Hoe noem je dit?
A
Wortelkanaal
B
Wortelrozet
C
Wortelbloei
Slide 23 - Quiz
Hoe noem je dit?
A
Ranken
B
Hechtwortels
Slide 24 - Quiz
Dit is een aanpassing aan
A
Licht
B
Water
C
Temperatuur
Slide 25 - Quiz
Wat voor gangers zijn geiten, koeien en herten?
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Hoefganger
D
Door de gang ganger
Slide 26 - Quiz
Wat voor vogel is dit als je
naar de poten kijkt?
naar de poten kijkt?
A
Zangvogel
B
Roofvogel
C
Loopvogel
D
Steltvogel
Slide 27 - Quiz
Hoe noem je de snavel van een roofvogel?
Slide 28 - Question ouverte
Voedsel
A
Biotische factor
B
Abiotische factor
Slide 29 - Quiz
Roofdieren
A
Biotische factor
B
Abiotische factor
Slide 30 - Quiz
Temperatuur
A
Biotische factor
B
Abiotische factor
Slide 31 - Quiz
Waterplanten
A
Biotische factor
B
Abiotische factor
Slide 32 - Quiz
Soortgenoten
A
Biotische factor
B
Abiotische factor
Slide 33 - Quiz
Wind
A
Biotische factor
B
Abiotische factor
Slide 34 - Quiz
Hoe heet de relatie tussen populaties van verschillende soorten ?
A
Niveau op individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem
Slide 35 - Quiz
Hoe heet een groep individuen van 1 soort ?
A
Niveau op individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem
Slide 36 - Quiz
Individu
Ecosysteem
Levensgemeenschap
Populatie
