6.1 Kenmerken van ouder worden

Een kleine quiz:
Maak de vragen op de volgende dia's
Module 3: Thema 4
De oudere cliënt > Kenmerken van het ouder worden
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Een kleine quiz:
Maak de vragen op de volgende dia's
Module 3: Thema 4
De oudere cliënt > Kenmerken van het ouder worden

Slide 1 - Diapositive

1. Dementie betekent letterlijk
A
Geestelijke aftakeling
B
Psychische aftakeling
C
Somatische aftakeling

Slide 2 - Quiz

2. Hoeveel mensen met dementie zijn er in Nederland?
A
50.000
B
150.000
C
250.000

Slide 3 - Quiz

Bij welk percentage van de mensen met dementie is er sprake van Alzheimer?
A
50%
B
60%
C
70%

Slide 4 - Quiz

4. De meest in het oog springende klacht bij de ziekte van Alzheimer is:
A
Hallucineren
B
Vergeetachtigheid
C
Wanen

Slide 5 - Quiz

5. Welk deel van de hersenen is beschadigd bij frontaalkwabdementie?
A
Het voorste gedeelte
B
Het middelste gedeelte
C
Het achterste gedeelte

Slide 6 - Quiz

6. Vasculaire dementie kan het gevolg zijn van:
A
Een hartinfarct
B
Een beroerte
C
Een longembolie

Slide 7 - Quiz

7. De symptomen bij Lewy body-dementie vertonen vaak overlap met:
A
De ziekte van Parkinson
B
De ziekte van Alzheimer
C
Beide

Slide 8 - Quiz

8. De behandeling bij dementie richt zich vooral op het verbeteren van de kwaliteit van leven.
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar

Slide 9 - Quiz

Een zintuiglijke belemmering bij het ouder worden is:
A
Je kunt moeilijker opstaan uit een stoel
B
Je gaat slechter zien (van dichtbij)
C
Je hersencellen sterven langzaam af
D
Je kunt je niet meer concentreren

Slide 10 - Quiz

Vul in:
Noem drie tips om ouderen te activeren voor minimaal een half uur per dag

Slide 11 - Question ouverte

Vul in:
Waar bestaan de cognitieve functies uit? Noem 3 voorbeelden

Slide 12 - Question ouverte

Welke vitamines zijn belangrijk voor stevige botten (zodat ouderen minder snel iets breken)?
A
vitamine C
B
vitamine A
C
vitamine B12
D
vitamine D

Slide 13 - Quiz

Wat je doen kunt om ouderdomsverschijnselen tegen te gaan:


  1. goede passende voeding
  2. voldoende beweging
  3. stimuleren van het denken
  4. zich blijven ontwikkelen
  5. actieve, sociale contacten

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Diapositive

Maak nu een dominospel van 28 'stenen', over de kenmerken van het ouder worden.
 
JE MAAKT DIT SPEL MET Z'N TWEEËN!!!
Het telt mee voor periode 4!

Slide 17 - Diapositive

Een voorbeeld:

Slide 18 - Diapositive

Hoe?
Maak hiervoor in Word een tabel van 3 bij 2, zodat je zes vierkanten hebt.
Je zoekt zes plaatjes: 
2 van verschillende van zintuigelijke veranderingen
1 van een cognitieve verandering
1 van een motorische verandering
2 van verschillende uiterlijke veranderingen

Slide 19 - Diapositive

...en nu verder...
  • Zet jullie namen in de koptekst (of voettekst) van de pagina
  • Je mailt jullie pagina met de zes evengrote plaatjes naar: ib.pol-bekkering@alfa-college.nl. Zij print het 7 x
  • Dan gaan julie alles, per twee, opplakken op gekleurd papier, zoals op de volgende dia.
  • Vervolgens knip je het uit en speel je het spel (wanneer je nog tijd hebt, eventueel in volgende les)

Slide 20 - Diapositive

D!

Slide 21 - Diapositive

WAT VOND JE VAN DEZE LES?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Ik onthou nu beter wat alle kenmerken zijn bij het ouder worden
B
Ik vond het stom, ben geen klein kind!
C
Ik vind het leuk om creatief bezig te zijn

Slide 22 - Quiz