3.3 De opkomst van het christendom (les 2)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

3.3 De opkomst van het christendom

Je leert: 

- leer je hoe het christendom ontstond en werd verspreid.

Ben jij gelovig?

Ja, ik ben gelovig. En ik ga vaak naar de kerk.

Ja, ik ben gelovig. Maar ik ga nooit naar de kerk.

Nee, ik geloof nergens in.

Het christendom

De christenen geloofden, net als de joden, dat er maar één God was. 

Er bestaan nog altijd christenen. Zij komen vaak samen om te bidden in een kerk. Het Heilige boek van de christenen heet de Bijbel. In de Bijbel staan verhalen over Jezus. De verhalen zijn na de dood van Jezus opgeschreven door aanhangers van het christelijke geloof. 

Het christendom

Jezus van Nazareth trok omstreeks 30 n.C. door Judea.

Hij was namelijk een joodse prediker die mensen leerde over het joodse geloof. Hij wilde dat mensen zorgden voor hun zwakke medemensen. 

De Romeinen vonden hem een opstandeling en arresteerden hem.

Welke straf kreeg Jezus Christus voor het verspreiden van dit geloof?

Het christendom

De volgelingen van Jezus geloofden dat hij gestorven was om alle mensen te verlossen van hun zonden. Jezus was volgens hen na drie dagen uit de dood opgestaan en daarna naar de hemel opgestegen. Jezus leefde voort in een nieuw leven (het hiernamaals). 

Het christendom

Het aantal aanhangers van het geloof groeide en er kwamen ook niet-joden bij. Jezus werd Christus genoemd. De aanhangers geloofden dat hij de zoon van God was. Hij zou alle mensen verlossen van hun zonden! 

In hoeverre heb je de uitleg van vandaag begrepen?

😒🙁😐🙂😃

Huiswerk

Lees paragraaf 3.3. 

Beantwoord de leervraag 'Hoe kwamen joden in het Romeinse rijk terecht?'. 

Maak opdrachten 3, 4 en 12.