Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Thema 3 Gaswisseling en uitscheiding
B4
De nieren
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen B1
Je kunt de bouw, werking en functie van de nieren en de urinewegen beschrijven
Je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de nieren (homeostase)
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Vidéo
Homeostase
Slide 7 - Diapositive
Uitscheiding
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
De rommella
Slide 10 - Diapositive
Functies nieren
Slide 11 - Diapositive
Ligging
Slide 12 - Diapositive
Bouw
Slide 13 - Diapositive
Bouw nefron
Slide 14 - Diapositive
Werking nefron
Slide 15 - Diapositive
Ultrafiltratie
Slide 16 - Diapositive
Terugresorptie
Slide 17 - Diapositive
Excretie
Slide 18 - Diapositive
Uitscheiding
Slide 19 - Diapositive
Maak opdracht 32 t/m 35
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Regeling osmotische waarde interne milieu
Antidiuretisch hormoon (ADH) stimuleert terugresorptie van water door verhoging permeabiliteit van celmembranen van laatste deel nierbuisjes en verzamelbuisjes
gemaakt in hypofyseachterkwab
osmoreceptoren in hypothalamus (negatieve terugkoppeling)
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
Regeling pH
Veranderingen in de pH (acidose en alkalose) worden opgevangen door:
- aanpassing ademfrequentie
- bepaalde plasma-eiwitten
of door buffers:
- hemoglobine - natriumwaterstofcarbonaat
De longen kunnen door aanpassing van de longventilatie de uitscheiding van CO2 reguleren (verhoging pH (alkalose) wordt gecompenseerd door minder uitscheiding CO2)
Slide 24 - Diapositive
Maak opdracht 36
Klaar?
Neem de Samenhang 'Nefrotisch syndroom' door en
maak opdracht 37 + Olympiade opdracht 6
Check je leerdoelen met de Flitskaarten en Test Jezelf
Slide 25 - Diapositive
Lesafsluiter B4
Je kunt de bouw, werking en functie van de nieren en de urinewegen beschrijven
Je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de nieren (homeostase)