17/1/22- 1vt1 - exer 12 bron c ex 13 14 15 le verbe zijn 16 17 18

PROGRAMME DU COURS
Présents/absents
doelen: jij kan de klok gebruiken + de phrases clés uitspreken+ het werkwoord zijn
Quelle heure est-il?
le verbe être 
Bron C ex 13 14 15
Bron D + exercices 16 17 18
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

PROGRAMME DU COURS
Présents/absents
doelen: jij kan de klok gebruiken + de phrases clés uitspreken+ het werkwoord zijn
Quelle heure est-il?
le verbe être 
Bron C ex 13 14 15
Bron D + exercices 16 17 18

Slide 1 - Diapositive

Hoe vraag je in het Frans: hoe laat is het?

Slide 2 - Diapositive




Quelle heure est-il?


timer
2:00

Slide 3 - Diapositive

Hoe zeg je het is 12 uur?
s'middags
s'avonds

Slide 4 - Diapositive

Klokkijken

Il est midi. = Het is 12:00 uur. (dus niet il est douze heures.)
Il est minuit. = Het is 00:00 uur.
Hoe zeg je in het Frans: het is 12.30 -overdag en s'nachts?

Slide 5 - Diapositive

Het is 12:30 uur: 
-Il est midi et demi. 
-Il est minuit et demi.

Slide 6 - Diapositive

6

Slide 7 - Vidéo

Het werkwoord être=zijn
être = zijn
Ik ben = je suis
jij bent = tu es 
hij/zij/men is = il / elle / on est
wij zijn = nous sommes
jullie zijn / u bent = vous êtes
zij zijn = ils / elles sont 

Slide 8 - Diapositive

Bron C
exercices 13 14 15

Slide 9 - Diapositive

Bron D exercices 16 17 18

Slide 10 - Diapositive